Blues Village Grolloo wacht op 20.000 bezoekers

Grolloo voegt zich morgen tussen de bluesfestivalsteden. De bezetting van het uitverkochte tweedaagse debuut al die van een groot festival, met onder anderen Bonnie Raitt, Tedeschi Trucks Band, Beth Hart en Jools Holland met orkest. De grote ontbrekende, alom aanwezig op foto’s, is Harry Muskee, alias Cuby. Hij overleed vijf jaar geleden en het internationale bluesfestival in Blues Village Grolloo – officiële naam – is voor hem.

Natuurlijk zit Johan Derksen achter het Holland International Blues Festival. Een paar dagen voor het festivalweekeinde wandelt hij ontspannen over het terrein. Zestig man bouwen elke dag aan het festivaldorpje. De 700 inwoners van Grolloo krijgen in twee dagen 20.000 gasten. “Over het weer hebben we geen zorgen, iedereen kan in de tent, gehuurd van Lowlands, de Alpha, als ik het wel heb. We creëren een soort chic Woodstock, met goed eten en drinken, een uitstekende programmering, en totaal geen reclame.”

Zijn zeer gefortuneerde vrienden Gregory Elias en Jan Lagendijk - beiden Cuby-fan, bluesfan en woonachtig op Curaçao - betalen alle rekeningen en arriveren een dag voor het festival. Ze laten alles over aan Derksen. “Als ik iets bedenk of nodig heb, overleggen we even en dan is het eigenlijk altijd goed.” De drie vrienden hebben al bluesfestivals op Curaçao georganiseerd, met grote namen. Prince bijvoorbeeld, die ze engageerden toen Eric Clapton een mailtje met een aanbod van 1,7 miljoen niet eens beantwoordde. Elias heeft The Rolling Stones naar Cuba gehaald – en betaald.

Niemand krijgt in Grolloo een vip-behandeling, behalve de artiesten. Iedereen een eigen kamer, doorlopende catering, een restaurant, een onderkomen in Amsterdam. “Die lui ontmoeten elkaar overal op de wereld en dan is het belangrijk dat iedereen hoort dat ze het hier uitstekend naar hun zin hebben gehad. Mond-tot-mondreclame is essentieel.”

Dat geldt ook de festivalgangers. Het is namelijk al zeker dat het aan Cuby opgedragen festival ten minste vijf edities beleeft. Daarvoor staan Elias en Lagendijk garant. Mocht in die tijd een batig saldo ontstaan, dan gaat de winst naar een goed doel. Welk, daar kunnen ze nog een tijd over nadenken, want vooreerst zijn ze bij lange na niet uit de kosten. “Alles, drainering bijvoorbeeld, moet nieuw aangelegd. En we laten onze bezoekers niet kilometers lopen, ze kunnen tegenover het terrein parkeren. We hebben de weilanden van een boer gehuurd à 35.000 euro per jaar, voor vijf jaar.”

Bij de ingang staat een limousine golfwagentje. Om de artiesten naar het podium te brengen. “Ja, dat is een eind lopen”, constateert Derksen opgewekt. Misschien mag hij ook mee, als spreekstalmeester. Want wie zou dat anders moeten zijn?

Het festival is inmiddels uitverkocht.