Blog
“David Bowie? Not interested!”

Medio september werd in Londen het David Bowie Centre geopend. Een indrukwekkend eerbetoon aan een van de grootste en meest extravagante artiesten van de twintigste eeuw. Het centrum bevat een groot aantal memorabilia van de eeuwige kameleon, die zoveel onvergetelijke en tijdloze hits heeft voortgebracht. De bijzondere collectie omspant een groot aantal persoonlijke bezittingen uit het door Bowie meticuleus bijgehouden archief. Talloze curiosa, waaronder handgeschreven teksten, bijzondere foto’s en flamboyante outfits worden er permanent tentoongesteld. Voor de verstokte Bowie-fans ongetwijfeld een waar bedevaartsoord, waar hij/zij/het zich helemaal in de bizarre wereld van hun idool kan verliezen.
Tekst: Norbert Meijs
Misschien wel het meest opmerkelijke stuk uit het persoonlijk Bowie-archief is een brief van de A&R-manager van Apple Records uit 1968, gericht aan Bowie’s toenmalige manager Kenneth Pitt. “Dear Sir, as we told you on the phone, Apple Records is not interested in signing David Bowie”, staat er geschreven. ‘The reason is that we don’t feel he is what we are looking for at the moment. Thank you for your time’, besluit het korte, zakelijke briefje. Was ondertekend: Peter Asher, A&R-manager Apple Records.
Apple Records was het platenlabel dat The Beatles in de tweede helft van de jaren zestig oprichtten om hun eigen platen op uit te brengen. Daarnaast was het label een vergaarbak van een aantal artiesten waaronder Mary Hopkin, James Taylor, Jackie Lomax, Billy Preston en de band Badfinger. Als A&R-manager had Peter Asher een flinke vinger in de pap wanneer het ging om het signeren van nieuwe artiesten.
Asher was overigens ook de helft van het succesvolle duo Peter and Gordon. Hun grootste hit A world Without Lovewerd geschreven door Lennon/McCartney, maar was overduidelijk een McCartney-nummer. Peter Asher was in die dagen ook de aanstaande schoonbroer van Paul McCartney. Macca was indertijd namelijk verloofd met zijn zus, de actrice Jane Asher. De verloving kwam echter abrupt tot een einde toen Jane haar verloofde in bed betrapte met een andere vrouw. Ach ja, de sixties…
David Bowie was niet de eerste en zeker niet de laatste artiest die door een platenmaatschappij werd afgewezen. Hij bevindt zich in goed gezelschap. Gelukkig voor ons zou het met Bowie alsnog helemaal goed komen. Hij bracht niet veel later zijn eerste plaat uit op het sublabel Deram van platenmaatschappij Decca. Hé, wacht even; Decca??? Was dat niet hetzelfde label dat The Beatles had afgewezen met als motivatie: ‘Gitaarbands zijn verleden tijd’, na een auditie op nieuwjaarsdag 1 januari 1962. Het label Decca speelde dus een belangrijke rol in de begindagen van twee van de grootste acts uit de twintigste eeuw. Het label wees The Beatles af, maar contracteerde Bowie. Met een mooie Engelse term heet dat: a simple twist of fate.
David Bowie zal er ongetwijfeld met een vleugje ironie kennis van hebben genomen. Op het hoogtepunt van zijn roem, midden jaren zeventig, zou Bowie aka Ziggy Stardust overigens samen met ex-Beatle John Lennon aka The Walrus het nummer Fame schrijven. Daarin worden de schaduwkanten van de door velen zo felbegeerde roem bezongen.
Met The Beatles zou het trouwens ook helemaal goed komen. EMI contracteerde The Fab Four uit Liverpool na de afwijzing door Decca en plaatste het viertal onder de productionele hoede van George Martin, oorspronkelijk een producer van klassieke muziek. De bazen van EMI besloten hem in hun onmetelijke wijsheid toe te wijzen aan The Beatles. Daar zou hij zich al snel ontpoppen als ‘de vijfde Beatle’, mede vanwege zijn onconventionele, vaak klassiek aandoende arrangementen. Maar dat is weer een ander verhaal.