Uw ervaring op deze site wordt verbeterd door het gebruik van cookies.
× Sta cookies toe Meer informatie

Review

di 13 april 2021

Elvis Costello goes French

Review

Weinig mensen zullen hebben voorspeld dat Elvis Costello nog eens een Franstalig album zou uitbrengen. Of beter gezegd een ep met zes nummers onder de titel La Face De Pendule à Coucou. Zelf noemt de voormalige ‘angry young man’ van de Britse popmuziek de zes songs ‘francofone adaptaties en remixes’ van songs van zijn album Hey Clockface uit 2020.

Een Franse remake dus. En het is zeker een waardevolle toevoeging aan Costello’s omvangrijke oeuvre, mede te danken aan bijdragen van een aantal opmerkelijke gasten, van wie Iggy Pop en Isabelle Adjani het meest in het oog springen. Zo krijgt Pops eerdere Engelstalige versie van het nummer No Flag op Hey Clockface een dubbele bewerking op de Franstalige ep: No Flag (chanté) en No Flag (parlé). De godfather van de Amerikaanse punk draaide zijn hand niet om voor een in het Frans gesproken en gezongen versie: “Wil je dit in het Frans zingen, vroegen Elvis en zijn vrouw Diana Krall. Ik kan dat wel, dacht ik, maar het bleek een flink karwei te zijn.”
 
De door Iggy Pop ingezongen/ingesproken Franstalige versies hebben een onbedoeld komisch neveneffect. Zoals bij veel Angelsaksen klinkt het Frans uit zijn mond nogal potsierlijk. Een beetje zoals Basil Fawlty het woord naturellement uitspreekt, wanneer de excentrieke hoteleigenaar de Franse keuken heeft ontdekt en zijn gasten in zijn rommelige restaurant ongevraagd deelgenoot maakt van zijn gebrekkige kennis van de Franse taal.
 
De samenwerking met actrice Isabelle Adjani was voor Costello een droom die uitkwam. Zij maakte midden jaren zeventig haar debuut in de film La Gifle als hevig puberende bakvis. Waarbij de titel sloeg op de oorvijg die haar filmvader Lino Ventura de mooie Isabelle verkocht om haar tot de orde te roepen. Het meest bekend is zij echter om haar rol naast Gérard Depardieu in de biopic over de stormachtige relatie tussen Camille Claudel en de grote Franse beeldhouwer Auguste Rodin, vooral bekend van zijn meesterwerk De Denker. Adjani speelt daarin de rol van de vrouw die eerst de assistent werd van Rodin, later zijn minnares, en weer later als veelbelovend beeldhouwster uit zijn schaduw trad.

Elvis Costello was duidelijk in zijn sas met de vijfvoudig winnares van een César – het Franse equivalent van de Oscar. ‘Toen Muriel Teodori, de partner van toetsenist Steve Nieve, mij vertelde dat Isabelle Adjani de Franse versie van Muriels adaptatie van mijn originele teksten wilde doen, was dat een droom die uitkwam’, is te lezen op Costello’s website. Het resulteerde in een nieuwe uitvoering van Revolution #49 voor piano en stem. Adjani improviseert naar hartenlust op het pianomotief van Nieve. Ook draagt zij indringend haar Franse tekst voor in de uitvoering van Hey Clockface, in het Frans La Face de Pendule à Coucou geheten.

Dit Franstalige album van Costello is verkrijgbaar op cd en in de zomer verschijnt het ook op vinyl. Het album bevat overigens bepaald geen goed in het gehoor liggende, catchy songs. Het zijn nogal donkere klanktapijten, gesponnen op zeker niet vrolijk stemmende teksten. Maar je zou ook kunnen beweren dat Costello daarmee de huidige sombere tijdsgeest goed aanvoelt.

Partner in crime
Een groter contrast met zijn eerste elpee My Aim Is True uit 1977, geproduceerd door buddy Nick Lowe, is nauwelijks mogelijk. Het nasale stemgeluid van Costello, gekoppeld aan vaak bijtende teksten, spatte keihard uit de luidsprekers en was een regelrechte sensatie op het indielabel Stiff Records van de excentrieke platenbaas en manager Jake Riviera.

De marketing- en advertentiecampagnes van Stiff Records waren vaak uiterst succesvol en in your face met als uitschieters ‘If they're dead, we'll sign them’ en ‘Undertakers to the Industry’. De out of the box slogans van de twee buitenbeentjes van de Britse muziekindustrie, Riviera en businesspartner Dave Robinson, pasten wonderwel in het grimmige tijdsbeeld eind jaren zeventig. De ‘no future’ generatie groeide op met massawerkloosheid in de UK en de ‘doom and gloom’ van de nucleaire massavernietiging. The Sex Pistols (Anarchy In The UK) en aanverwante punkbandjes verwoordden de gevoelens van deze verdoemde generatie haarfijn. Diezelfde Riviera zei overigens Stiff Records een jaar later alweer vaarwel na onenigheid met  Robinson en richtte in 1978 Radar Records op. En passant nam hij de twee beste paarden uit de stal (Costello en Lowe) mee.

Country-snik
Elvis Costello heeft een lange muzikale weg afgelegd tussen zijn debuutalbum en nu. Zijn eerste vijf albums, alle geproduceerd door Nick Lowe, worden nog steeds beschouwd als mijlpalen in de categorie punk/new wave, die eind jaren zeventig de muziekwereld overspoelde als reactie op de breed uitgesponnen symfonische rock van bands als Supertramp, Yes, Pink Floyd en ELO. Een goed punkliedje met een strakke, opzwepende beat duurde maximaal 2 minuten. Veel Costellofans van het eerste uur haakten echter af toen hij zijn volgende album opnam in het countrymekka Nashville. Het paste in zijn zoektocht naar steeds weer nieuwe muzikale wegen. Het resulteerde in de hit Good Year For The Roses, waar Costello demonstreerde dat hij ook de obligate countrysnik in zijn stem beheerste.

Costello permitteerde zich nadien nog meer onverwachte muzikale uitstapjes. Zo is zijn uitvoering van Charles Aznavours klassieker She wereldwijd een grote hit geworden, mede omdat het op de soundtrack van de uiterste succesvolle film Notting Hill stond. Met Paul McCartney nam hij de single My Brave Face op, Met Burt Bacharach een heel album: Painted From Memory. Een Franstalig album is zo beschouwd niet eens zo bizarre.