Uw ervaring op deze site wordt verbeterd door het gebruik van cookies.
× Sta cookies toe Meer informatie

Blog

Tekst: Eddie Aarts
ma 14 september 2020

In memoriam: Frederick ‘Toots’ Hibbert

Blog

In de nacht van vrijdag 11 september overleed in Frederick Nathaniel Hibbert, beter bekend als Toots, leadzanger van Toots & the Maytals. Ik ben er kapot van, want Toots was, zo constateerde ik al jaren geleden, mijn grootste muzikale held.

Eddie Aarts

Al bijna zo lang ik voor Heaven schrijf was er de wens eens een flink artikel aan hem te wijden, maar pas enkele weken geleden begon ik daar ook daadwerkelijk aan. Er was eindelijk tijd en de eerste nieuwe studioplaat sinds jaren en een lopende reeks heruitgaven van bijna alle Maytals-albums vormden een prachtig alibi.
Ik ontdekte zijn muziek als zovelen van mijn leeftijd via de Specials-cover van Monkey Man, volgde het spoor terug en ontdekte de Maytals-catalogus. Eerst het vroege werk, maar direct daarna ook het sensationele album ‘Live’, de in september 1980 opgenomen en vrijwel aansluitend uitgebrachte registratie van een concert in het Londense Hammersmith Palais.
 
Ondanks sterke concurrentie van de 2-Tone bands was dit de opwindendste muziek die ik kende en vanaf dat moment wilde ik niets liever dan het zelf meemaken. Lang hoefde ik daar niet op te wachten en het concert in Paradiso overtrof mijn verwachtingen. Het was mijn eerste en slechts zelden geëvenaarde ‘echte’ reggaeconcert; wat moeten de complete Surinaamse en Antilliaanse gezinnen die de zaal goeddeels bevolkten gelachen hebben om die springende, pukkelige pubers vooraan! Ik bezocht de Amsterdamse zaal inmiddels honderden keren, maar nooit meer voelde die zó als kerk. Pas veel later zou ik begrijpen waarom. Meer dan die van al zijn reggaecollega’s bevatten Hibberts muziek en performance precies dezelfde kerkelijke invloeden die ook de allergrootse Amerikaanse soulartiesten vormden, dat overeenkomsten met een gospelmis onontkoombaar waren. En dat sprak en spreekt me nog een pietsie meer aan dan de handvol rootsartiesten die me bijna even lief zijn.
 
Frederick Hibbert werd op 8 december 1942 geboren als kind van een echtpaar strenge zevendedagsadventisten en zingen in het kerkkoor maakte onontkoombaar deel uit van zijn opvoeding. Vanaf zijn vroege tienerjaren groeide de al op jonge leeftijd wees geworden Hibbert op in Trenchtown, een van de armste wijken van de Jamaicaanse hoofdstad Kingston. Net als in de kerk bleven Toots’ zangkwaliteiten ook in de kapperszaak waar hij een baantje had, niet onopgemerkt. Met de iets oudere Henry ‘Raleigh’ Gordon en Nathaniel ‘Jerry’ Mathias, die hij daar ontmoette, begon hij in 1961 het zangtrio The Maytals. De drie wisten al snel een reputatie op te bouwen. Bepaald geen beroerde prestatie, want lang niet alle zangers wisten zich in deze gejaagde stijl tussen de dominante blazers staande te houden.

Hun opgewekte, vaak religieus getinte songs, zoals vroege hits Hallelujah of Six And Seven Books, raakten de juiste snaar bij het Jamaicaanse publiek en de publiekslievelingen begonnen een carrière die ze ruim 30 Jamaicaanse hits zou opleveren. Tijdens de ska-jaren  sponnen producers Prince Buster en Clement Dodd daar goed garen bij, maar de eind jaren zestig gestarte samenwerking met Leslie Kong zorgde pas voor internationaal succes. Nummers als 54-46 (dat Toots schreef na een relatief korte aanvaring met de wet), Pressure Drop en Monkey Man verschenen ook bij het Britse Trojan label, waar ze eveneens een paar succesvolle albums uitbrachten. The Maytals waren in diezelfde periode weliswaar niet de uitvinders van een nieuwe Jamaicaanse muziekstijl, maar wél de eersten die met Do The Reggay de naam ervan op de plaat vastlegden. Die reggae vormde ook het decor van de succesvolle Jamaicaanse cultfilm The Harder They Come. De rol die The Maytals spelen in de film en de bijbehorende soundtrack verstevigden hun reputatie.

Island-baas Chris Blackwell zag in Toots evenveel potentie als in Bob Marley en ging met beide groepen een langdurige en vruchtbare samenwerking aan. Tijdens de Island-jaren verschenen van de inmiddels Toots & The Maytals gedoopte band fantastische albums als Funky Kingston en Reggae Got Soul en vestigde Toots als letterlijk ‘hardest touring reggae act’ een dijk van een livereputatie. Toots beheerste alle essentiële instrumenten behoorlijk zelf, maar omringde zich in de studio en op het podium met dezelfde topmusici. Vrijwel het hele repertoire was van eigen hand, maar zeldzame covers in zijn 70’s oeuvre zijn van zeldzame klasse. Zijn versie van Louie Louie is minstens zo aanstekelijk als het origineel en Toots’ soulvolle lezing van Take Me Home, Country Roads steekt John Denver’s origineel en ruim 150 andere na-apers naar de kroon.
 
Het deels met lokale coryfeëen opgenomen album Toots in Memphis uit 1983 zou zijn laatste Island-plaat zijn. Toots & The Maytals bleven echter een veelgevraagde podiumact en vanaf de jaren negentig begonnen ze ook in Amerika de kwaliteiten van deze bonafide soulgigant te ontdekken. Een hele garde gerenommeerde collega’s, onder wie Willie Nelson en Bonnie Raitt dweept met Hibbert en eind 2006 maakte Gov’t Mule tijdens hun traditionele New Years Eve show zelfs een derde van het marathonconcert vrij voor een set met Toots. Ook in Europa raakte de groep niet in het vergeetboek; concerten in ons land bleven drukbezocht en tijdens festivals als Glastonbury ging zelfs het grote mainstream-publiek voor de bijl.
In mei 2013 raakte de reggaezanger gewond toen tijdens een festival in Richmond een fles zijn hoofd raakte. De gevolgen leken Toots’ carrière voortijdig te beëindigen, maar drie jaar later stond de taaie Jamaicaan toch weer op de bühne en dit jaar zou hij, tot het coronavirus dat onmogelijk maakte, ook Amsterdam en Groningen weer aandoen.
 
In afwachting van het nieuwe album Got To Be Tough en met de tickets voor een tot volgend jaar december uitgesteld concert in Paradiso op de koelkast, was ik een eind op streek met mijn artikel, toen er anderhalve week geleden berichten kwamen dat mijn held met covid-achtige symptomen in het ziekenhuis was opgenomen en daar om medische redenen in coma werd gehouden. Familie en een Jamaicaanse minister spraken de dagen daarna uit hoopvol te zijn, maar afgelopen vrijdag moest de onverwoestbaar lijkende Toots Hibbert het afleggen tegen zijn korte maar hevige ziekte.
 
Frederick ‘Toots’ Hibbert 1942-2020