Uw ervaring op deze site wordt verbeterd door het gebruik van cookies.
× Sta cookies toe Meer informatie

Tourtip

ma 11 november 2019

Luka Bloom: 30 jaar Riverside

Tourtip

Op 1 februari 1990 verscheen Riverside, het album waarmee voor Luka Bloom alles begon. De sympathieke Ierse singer-songwriter heeft in ons land altijd een warm onthaal gevonden en daarom viert hij het jubileum met een aantal bijzondere optredens komend voorjaar. Verwacht een avond vol fijne anekdotes, extra aandacht voor de nummers op Riverside en het beste uit zijn volledige oeuvre.

Vijfendertig jaar geleden alweer waagde Luka Bloom de oversteek naar de Verenigde Staten, omdat hij thuis in Ierland van zijn muziek niet kon rondkomen. Geboren als Barry Moore slaagde hij er evenmin in om uit de schaduw te treden van zijn tien jaar oudere broer Christy, een gevierd folkartiest die met zijn groepen Planxty en Moving Hearts de grenzen van dat genre had weten te verleggen. “In zekere zin zat ik in hetzelfde schuitje als veel timmerlieden, loodgieters, elektriciens en academici, die ook met geen mogelijkheid emplooi konden vinden. Halverwege de jaren tachtig was Ierland nog een arm land, waar de economie bar slecht draaide, reden waarom massa’s werkzoekenden naar Amerika emigreerden. Vandaag de dag zijn we welvarender dan ooit. Niemand hoeft meer huis en haard te verlaten om aan de overkant van de oceaan de kost te gaan verdienen. Maar nu kampen we weer met een ander groot probleem: de hoge zelfmoord onder mannelijke jongeren. Er heerst in Ierland kennelijk een stille wanhoop.”

Goed en wel in de Verenigde Staten herdoopte Barry Moore zichzelf tot Luka Bloom, omdat bij een tweede muzikale leven naar zijn gevoel ook een nieuwe identiteit hoorde. Het pseudoniem ontleende hij aan Suzanne Vega’s toevalshit Luka en de hoofdpersoon van James Joyce’s klassieke roman Ulysses. Naast een andere naam moest er eveneens een eigen stijl komen. “In Washington DC vond ik in Georgetown een pub, waar ze me wel een vaste avond per week wilden hebben. Daar kreeg ik de kans om me in alle anonimiteit te ontwikkelen tot een soort eenmans-U2. Toen pas durfde ik mijn heil in New York te gaan zoeken. Uit de verhalen over Bob Dylan en al die andere folkies kende ik Bleecker Street. Ik liep daar het eerste het beste muziekcafé binnen en vroeg aan de eigenaar of ik auditie mocht doen. Nadat ik hem wat liedjes had voorgespeeld, kon ik meteen de volgende zaterdag al aan de slag als ik wilde. Maar ik zag het helemaal niet zitten om voor een stel dronken studenten te staan. Ik wou veel liever op de stilste avond van de week optreden, zodat ik rustig mijn eigen publiek kon opbouwen, iets waar de eigenaar van die tent trouwens ook meer baat bij zou hebben. En zo kon het gebeuren dat in de winter van 1987 en 1988 The Red Lion de enige club in Manhattan was die op woensdagavond om acht uur al bomvol zat.”

Langzaam breidde het werkterrein van Bloom zich uit. Hij kreeg aanbiedingen van clubs in Baltimore en Philadelphia en kon als voorprogramma op tournee met zijn landgenoten The Pogues en de Hothouse Flowers. Vier jaar na zijn aankomst in de Verenigde Staten verscheen op hetzelfde label als Neil Young het fenomenale Riverside, dat hem in het gezaghebbende blad Rolling Stone meteen een interview van liefst twee pagina’s opleverde. Het grote Amerika leek voor hem wijdopen te liggen. “Toen ik eenmaal mijn naam had gevestigd, besloot ik terug te keren naar mijn zoon in Dublin, die zijn vader al jarenlang praktisch nooit zag. Amper zes maanden later liet de platenfirma mij vallen, omdat ik niet langer continu beschikbaar was. Ik had het kunnen verwachten, maar soms sta je in het leven nu eenmaal voor keuzes, waarbij je carrière niet de doorslag mag geven. Vandaar dat ik nooit ook maar één seconde spijt heb gehad van die beslissing, zelfs niet toen ik in de obscuriteit dreigde af te glijden.”

Luka Bloom live: 9 april in Muziekgieterij, Maastricht; 10 april in Mezz, Breda; 11 april in Paradiso, Amsterdam; 14 april in de Nieuwe Kerk, Groningen; 16 april in de Grote Kerk, Enschede; 17 april in de Stevenskerk, Nijmegen; 18 april in Muziekgebouw, Eindhoven.