Uw ervaring op deze site wordt verbeterd door het gebruik van cookies.
× Sta cookies toe Meer informatie

Column

do 25 februari 2021

Op het tweede gehoor: Een goede muziekopvoeding

Column

Al vanaf de Oudheid zien denkers de opvoeding van kinderen als een gewichtige taak. En de muziekopvoeding als een van de gewichtigste onderdelen daarvan. De Griekse wijsgeer Plato (ca. 427-347 v.C.) beschouwde muziek als de belangrijkste stimulans voor de geest. Wanneer muziek centraal stond in de opvoeding van een jongeman – Plato had het niet over vrouwelijke leerlingen – dan zou die zich ontwikkelen tot een filosofisch denker. Dat was dus goed.

Door Chris Bernasco

Ook latere denkers, zoals Arthur Schopenhauer (1788-1860) en Friedrich Nietzsche (1844-1900), kenden de muziek een belangrijke opvoedkundige rol toe. Voor Schopenhauer stond muziek rechtstreeks in contact met ‘het geheim van de wereld’. Nietzsche vond muziek belangrijk omdat het ‘onze gedachten naar boven kan leiden, zodat het ons verheft.’

De huidige hersenwetenschap geeft Plato, Schopenhauer en Nietzsche een steuntje in de rug. Zo stelt Erik Scherder, niet alleen ‘tv-professor’ maar ook hoogleraar neuropsychologie aan de Vrije Universiteit, dat musiceren buitengewoon gunstig is voor de ontwikkeling van het brein. Scherder pleit daarom hartstochtelijk voor de terugkeer van goed muziekonderwijs op school.

Als vader van twee kinderen zie ik het als mijn taak hen een goede muzieksmaak bij te brengen, en ik ben daar dus zo vroeg mogelijk mee begonnen. Toen onze oudste nog in de buik zat, draaide ik Buddy Holly, Ray Charles, Loudon Wainwright III, Aretha Franklin, Wilco en The Beatles tot het mijn vrouw op de zenuwen begon te werken. De jaren daarna danste ik met mijn dochter op I Wish en Superstition van Stevie Wonder – en oké, ook weleens op Kusjesdag en MaMaSé! van K3.

Met de jongste pakte ik het wat subtieler aan. Als we samen een spelletje of puzzel deden, zette ik zonder er speciaal de aandacht op te vestigen Paul Simons The Rhythm Of The Saints of Eric Claptons JJ Cale-tribute The Breeze op. Priming noemen ze dat geloof ik in de beïnvloedingswetenschap. Bij zulke belangrijke dingen mag je immers geen middel onbeproefd laten.

Inmiddels zijn mijn kinderen 17 en 14. Ze luisteren op hun telefoontjes naar de sterren van nu: Ariana Grande, Ed Sheeran en Bruno Mars. Naar Nederlandse rappers als Kevin, Famke Louise en Snelle en naar andere artiesten die bij mij meestal het ene oor in en het andere oor uit gaan. Veel succes lijk ik dus niet gehad te hebben. Of is dat maar schijn?

De afgelopen tijd zet mijn zoon geregeld uit vrije wil Michael Jacksons Greatest Hits op, en vraagt hij om The Breeze als we weer eens een puzzel gaan leggen. In zijn Top 2000-inzending van afgelopen jaar zaten verschillende gouwe oude. Vorige week hoorde ik mijn dochter Bill Withers’ Just The Two of Us zingen. En samen doen ze uit volle borst mee met Let’s Get It On en It Takes Two van Marvin Gaye.

Klap op de vuurpijl was de surprise die dochterlief bij het laatste sinterklaasfeest voor me had gemaakt. Een namaak-lp met mijn portret bovenop op het lijf geplakt van Paul McCartney, lopend over de iconische Abbey Road-zebra. Mag ik hoop koesteren dat mijn muzikale opvoeding uiteindelijk toch vruchten gaat afwerpen?

Chris Bernasco geeft hier eens in de maand een bijzondere kijk op popmuziek.