Festivaltip
The Devil Makes Three: smaakmaker op Rotterdam Bluegrass Festival

De eerste klap is een daalder waard, moeten de programmeurs van het Rotterdam Bluegrass Festival hebben gedacht. Want met het Amerikaanse rootstrio The Devil Makes Three heeft men op vrijdag 4 juli al direct een paar publiekslievelingen op het podium.
Tekst Eddie Aarts Foto Jarrod Macilla
De band stond in 2016 ook al op het festival en Pete Bernhard, zanger en belangrijkste songschrijver, heeft er goeie herinneringen aan. Ik vertel hem dat het Pijnackerplein, waar de eerste edities plaatsvonden inmiddels is verruild voor een nieuwe plek, maar dat de gemoedelijk atmosfeer op en rond het Noordplein nog helemaal als vanouds is.
Ik bel Bernhard met de komende optredens en de in februari verschenen nieuwe plaat Spirits als belangrijkste gespreksonderwerpen. Het is de eerste plaat met eigen werk sinds 2018 en de eerste die The Devil Makes Three in een gewijzigde bezetting opnam. Nadat de oorspronkelijke contrabassiste Lucia Turino in 2020 aangaf niet meer zo intensief te willen touren diende een oplossing zich soepel aan. MorganEve Swain vormde met levenspartner Dave Lamb de kern van de band Brown Bird, die ophield te bestaan toen Lamb in 2014 aan kanker overleed. Beide bands waren bevriend en Turino suggereerde zelf Swain als vervangster. Tijdens twee Nederlandse optredens in 2023 zagen we haar al aan het werk, maar Spirits is de eerste plaat waarop ze te horen is.
“We tourden geregeld samen en MorganEve deed ook soms als fiddler en zangeres met ons mee”, vertelt Pete Bernhard. “Ze ging dus bijna geruisloos meedoen en is bovendien een uitstekende componiste. Ze had veel invloed op de zangarrangementen en het totaalgeluid. Cooper en ik waren echt fans van Brown Bird en MorganEve’s eigen band The Huntress. Nu zelf met haar spelen voelt soms alsof we het beste van dat alles samenvoegen en is voor ons heel cool. Platen opnemen kan een stressvol proces zijn. Je krijgt het dan wel voor elkaar, maar niet zonder meer. Dit was het tegenovergestelde; er was volop spontaniteit en creativiteit en we hadden gewoon dikke lol. Haar talent en veelzijdigheid droegen daar veel aan bij.”
Cooper McBean is medeoprichter van de groep en de twee zijn al sinds hun jeugdjaren bevriend. Het repertoire komt goeddeels uit de koker van Bernhard, maar McBean fourneerde met het ontnuchterende Hard Times en het ironische I Love Doing Drugs (dat hij een half jaar voor hij afkickte schreef) twee sterke songs. “Cooper schrijft ook over wat hem bezighoudt en dat laatste nummer vind ik heel goed. Juist omdat het vrolijk én duister tegelijk is. Je vraagt je dan ook af wat er in het publiek omgaat als we dit spelen. Het is een meezinger van jewelste, maar als mensen zich realiseren wat ze staan mee te brullen zet dat ze hopelijk ook een beetje aan het denken. Het bevat ook een duidelijke waarschuwing. Achter Hard Timesgaat ook meer schuil. Financieel gezien hebben veel mensen hier het echt moeilijk. Wat Cooper onder meer bedoelt is dat het begrijpelijk is dat men dan politiek gezien draait en hoopt op verandering. Helaas hebben we hier maar twee keuzes en ik ben bang dat het niet gaat werken. Of nog erger wordt, want zoals hij in zijn liedje ook verwoordt is de theorie dat het met iedereen profiteert wanneer het de extreem rijken nog beter gaat. Dat genoeg van die welvaart wel doordruppelt naar beneden. Dat is onzin en dat is in de jaren tachtig ook al gebleken. En toch blijft dat verhaal hardnekkig bestaan. Wanneer een land welvarend is, is dat goed voor iedereen, maar dat is nooit dankzij een klein clubje miljardairs. Eerder omgekeerd. Ik wil niet al te somber klinken en hoop dat ik ongelijk heb, maar het lijkt wel of wereldwijd een soort eenheidsworst ontstaat. Want of partijen nu links of rechts zijn, ze beloven min of meer hetzelfde en doen even weinig voor hun kiezers. En als iets nu duidelijk wordt is dat we dat allemaal héél erg zat zijn.”
Hoe grimmig of ontluisterend soms ook, de groep giet haar onderwerpen gemiddeld wel in uptempo en tamelijk opgewekt klinkende vorm. “Dat is iets wat we in de loop van de tijd bewust gecultiveerd hebben”, bekent Pete Bernhard, “maar het is ook een beetje de spreekwoordelijke ‘spoonful of sugar’ snap je? Het is gewoon ook leuk om te doen, een serieus onderwerp verpakken in iets dat opbeurend klinkt. En helemaal niet nieuw; het is typisch zoiets dat we oppikten uit oude bluesmuziek. Veel vroege blues is helemaal niet traag, het was feestmuziek waarop je moest kunnen dansen. Maar als je goed luistert hoor je natuurlijk dieptrieste verhalen. Dat is beslist doorgesijpeld in mijn eigen schrijven. Toen ik een jaar of twaalf was leerde ik de muziek van Willie Dixon kennen. Hij is de songschrijver achter dikke hits van zangers als Muddy Waters en Howling Wolf. Mijn broer was zelf muzikant, had wel door dat ik dat spul zou begrijpen en liet me ermee kennismaken, ook al vonden wij punk en rock op dat moment veel interessanter. En tot der dag van vandaag prijs ik mezelf gelukkig dat ie dat deed. Ik weet namelijk niet of dat anders ook zou zijn gebeurd.”
Toen The Devil Makes Three in 2016 voor het eerst in Rotterdam optrad, lagen groepen in allerhande ‘retrostijlen’ goed in de markt, maar terwijl die hun populariteit vaak zagen wegebben, verkopen Bernhard en zijn kompanen nog altijd zalen uit. “We deden ons ding al ruim daarvoor en profiteerden natuurlijk van die hype, maar de essentie is dat we muziek blijven maken waar we zelf van houden.”
Het volledige interview met Pete Bernhard verscheen in Heaven #3 2025.
The Devil Makes Three speelt 4 juli op Rotterdam Blues Festival.