Uw ervaring op deze site wordt verbeterd door het gebruik van cookies.
× Sta cookies toe Meer informatie

Column

Tekst: Louis Nouws
wo 8 juli 2020

Uitdovende carrières

Column

Het recent uitgekomen album Homegrown van Neil Young lag 45 jaar op de plank en wat mij betreft had het daar best mogen blijven. Het had de opvolger moeten zijn van Harvest uit 1972, maar kan in de verste verte niet tippen aan dat meesterwerk. Dat had de twintiger Young destijds goed gezien. Wat hem ertoe heeft gebracht zijn mening te herzien is me een raadsel. Voor het geld hoeft hij het niet te doen dunkt me. Misschien was hij de zolder aan het opruimen. Mensen op leeftijd schijnen milder over hun verleden te oordelen.

Verbazingwekkender misschien is de welwillende ontvangst die Homegrown ten deel valt. Men zegt weleens dat een kinderhand gauw is gevuld, een oude hand kan er ook wat van – het grootste deel van Youngs aanhang bestaat uit ‘oudere jongeren’. Ook in recensies wordt er mild geoordeeld, terwijl Homegrown toch gewoon een middelmatig album is. Iedere Young-liefhebber kan gemakkelijk tien albums opsommen die veel beter zijn: Everybody Knows This Is Nowhere, After The Gold Rush, Harvest, On The Beach, Tonight’s The Night, Zuma, Comes A Time, Rust Never Sleeps, Freedom, Weld...
 
Iets dergelijks is ook te zeggen over Dylans nieuwe Rough And Rawdy Ways, dat zelfs is onthaald als een meesterwerk. Alleen NRC-columnist Frits Abrahams had de courage te zeggen dat de keizer niet erg veel om het lijf had. Als tekstdichter staat de 79-jarige nog altijd zijn mannetje. Het ruim een kwartier durende Murder Most Foul is zo’n nummer dat alleen Dylan kan maken. Maar waar is de ‘kwikzilver sound’ waarmee hij iedereen in de jaren zestig betoverde? Of de passie van zijn ‘christelijke periode’? Natuurlijk is het verstandig dat his Bobness niet meer de jonge rockgod wil uithangen, maar met dit album zal hij geen nieuwe fans winnen. Het lijkt meer een voetnoot bij een onovertroffen oeuvre, een plaat waarmee zijn necrologen te zijner tijd hun stuk kunnen inleiden – al wens ik Robert Zimmerman uiteraard nog een lang leven toe.
 
De albums staan in schril contrast met Black Star van David Bowie, dat verscheen op de dag dat de Thin White Duke overleed. Dat bruiste van de energie en nieuwe ideeën en had de start kunnen zijn van een heel nieuw hoofdstuk in zijn muziekloopbaan. A big bang. Zo kun je ook stoppen. Bowie wist van zijn naderende einde, waar Young en Dylan in het duister tasten, zoals de meeste stervelingen.

Hoe brei je een eind aan een glanzende carrière als je weet dat je je beste werk niet meer zult overtreffen of zelfs maar benaderen? Ik weet niet of Young of Dylan zich met die vraag bezighouden? Misschien is dat meer iets voor de muziekliefhebber dan voor de muzikant. Diens bestaan ligt immers besloten in de muziek. Als de keuze is tussen stoppen en doorgaan tot het bittere eind dan is stoppen kennelijk geen optie. En welwillende fans willen die Werdegang wel verzachten. Maar was het niet Neil Young die ooit zong: It is better to burn out than to fade away.