Uw ervaring op deze site wordt verbeterd door het gebruik van cookies.
× Sta cookies toe Meer informatie

Review

Tekst: Eddie Aarts
vr 16 februari 2024

Bob Marley’s sleuteljaren in de bioscoop

Review

Deze week ging de film One Love wereldwijd in premiere. De makers van de biografische Marleyfilm maakten de keuze zich te beperken tot de periode die begint vlak voordat er op 3 december 1976 een aanslag op het leven van de reggaester wordt gepleegd en die eindigt wanneer Marley na een ‘ballingschap’ in Londen begin februari 1978 terugkeert naar Jamaica voor het spraakmakende One Love Peace Concert in april van dat jaar.

Door Eddie Aarts Foto Paramount Pictures
 
Onbevangen naar One Love kijken was moeilijk voor me. Alleen al in de 25 jaar dat Heaven bestaat schreef ik over een groot aantal – vaak uitgebreid geannoteerde – Marley (her)uitgaven en groeide de rij met boeken die vanuit diverse invalshoeken aan ’s mans leven en werk werden gewijd, gestaag uit tot een halve kastplank. In de uitstekende documentaire Marley uit 2012 werd diens loopbaan aan de hand van archiefmateriaal en interviews een heel arsenaal direct betrokkenen bovendien al op een aansprekende manier gereconstureerd.
 
Nadrukkelijk kiezen voor een deel van die carriere was een goeie zet van de producenten. Want die pakweg anderhalf jaar vormden in veel opzichten een scharnierpunt in Marley’s leven en loopbaan. Ze werden bovendien bijzonder goed gedocumenteerd. Bob bevond zich al in de kijker van de media, was redelijk bereikbaar en begaf zich onder de mensen – zowel heel gewone als de Europese jetset. En boeken als het door de Britse journaliste Vivien Goldman (die precies in deze periode tot de Wailers incrowd behoorde) geschreven Exodus belichten feiten en sfeer tot in detail. Een paar flashbacks daargelaten blijft hetgeen zich daarvóór in Marley’s leven afspeelde nagenoeg onbelicht, voorvallen die hun schaduw ver vooruitwierpen komen eveneens slechts zo nu en dan aan bod. Zelfs met dat in het achterhoofd heeft de gekozen tijdspanne genoeg te bieden voor een mooie en zelfs spannende film. One Love laat daarvan naar mijn mening veel onbenut, maar dat is heel subjectief.
 
Muze

Dat geldt natuurlijk ook voor het maken van de film zelf. Zoals bij vrijwel alles dat hun naam draagt, hadden de erven Marley daar veel vingers in de pap. Dat kleurt het resultaat en verklaart wellicht ook waarom dat verhaaltechnisch niet wat uitgesprokener is. Dat een overwegend positief beeld van de reggaester-in-wording wordt geschetst spreekt voor zich. Hij is ontegenzeggelijk dé man, maar wel een met lompe, eigenwijze, ongeïnteresseerde, en zelfs agressieve kantjes. Sommige daarvan worden hier uitvergroot, andere gemarginaliseerd. Zo vormt om begrijpelijk redenen de relatie met zijn inmiddels 77-jarige echtgenote Rita een rode draad. Zij was van jongs af aan letterlijk ‘de vrouw achter de held’ en vrijwel niemand in Bobs entourage vond bij hem zo makkelijk een gewillig oor als zij. Maar het is een publiek geheim dat het hart van de allesbehalve monogame Bob juist in deze periode nadrukkelijk bij de Jamaicaanse miss world Cindy Breakspeare lag en vooral zij de ‘muze’ achter Exodus is. In One Love figureert ze echter letterlijk slechts op de achtergrond.
 
Concert

Evenmin als deze potentiële romantische verhaallijn, werkten de scenaristen het verhaal rond de aanslag en Bobs voorgenomen Smile Jamaica-concert twee dagen later erg ver uit. De explosieve sfeer in het door een dodelijke politieke competitie verscheurde Kingston en het door rivalen onterecht als ‘politiek gemotiveerd’ beschouwde concert, wordt voelbaar gemaakt en de gewapende aanval op de repeterende band in Marley’s ‘yard’ valt daardoor op z’n plek.
De precieze achtergrond en toedracht van die aanslag zijn nog altijd schimmig en de inventieve manier waarop Marlon James die verwerkte in zijn roman A Brief History in Seven Killings uit 2014 rechtvaardigt een film op zich. Maar verslagen van de 48 uur tussen aanslag en concert laten zich lezen als een spannend boek. Terwijl geschokte bandleden over het eiland verspreid raakten, verschanste Marley, die nog maar nauwelijks besefte wat hem was overkomen, zich bewaakt door gewapende vertrouwelingen in de bergen buiten Kingston. En pas wanneer het concertpubliek al toestroomt laat de zanger zich door contacten ter plekke overtuigen dat het ‘veilig’ is en raast hij met een zwaar politie-escorte terug naar de stad. Met een bijeengeraapte groep begeleiders krijgt Jamaica toch haar Smile Jamaica-concert. Maar veel valt er niet te lachen en direct erna verlaat de aangeslagen Marley zijn moederland. Dat verhaal komt deels in beeld, maar ook zonder een actiefilm-achtige benadering had het de opening van de film meer impact kunnen geven.
 
Sfeer

In het dikke uur dat volgt wordt min of meer duidelijk hoezeer Marley’s spirituele, creatieve en persoonlijke gesteldheid door de gebeurtenissen in een stroomversnelling raken. En hoe zijn succes dankzij het briljante, daaruit voortvloeiende album Exodus en een uitgebreide tour uitgroeit tot wereldformaat. De met oog voor detail neergezette sfeer van midden jaren zeventig maakt de film een lust voor het oog en ook de casting is een schot in de roos. De meer dan gedegen voorbereidingen van hoofdrolspeler Kingsley Ben-Adir werpen hun vruchten af, James Norton voelt exact zoals we platenbaas Chris Blackwell van de foto’s kennen en Aston Barret Jr. ís gewoon zijn vader, die een paar weken voor de film uitkwam overleed. Volkomen geloofwaardig vond ik ook de acteur die in de terugblikken de rol van Marley op tienerleeftijd vertolkt en voor reggae-trainspotters zijn er een paar aardige cameo’s.
 
Voorkennis

Dat de geschiedenis soms wat geweld wordt aangedaan is in het belang van de ‘flow’ door de vingers te zien. Zo ontstond het nummer Exdus niet direct toen bassist en bandleider Barrett de tweedehands gescoorde filmsoundtrack liet horen, maar een paar dagen later. Dat is echter voer voor kniesoren. Maar eigenlijk vraagt het begrijpen van wat zich in de loop van de film voltrekt te vaak tóch wat voorkennis, want de snelheid waarmee op zich staande gebeurtenissen elkaar opvolgen, zorgt voor nogal wat losse eindjes. Zo meldt Bob, wanneer hij aan Blackwell vertelt klaar te zijn voor het maken van een nieuwe plaat, nog wél op zoek te zijn naar een goeie technicus. Chris belooft wat rond te bellen, maar daarmee is de kous af. Logischerwijs had op enig moment nog héél even de geluidbepalende Karl Pitterson moeten worden genoemd of getoond. Dat gebeurt echter niet en dus is de hele scene eigenlijk een beetje ‘onaf’. Verdere spoilers zal ik je besparen, maar zo zijn er nogal wat voorbeelden. Of het wat zwalkende geheel ontstond op de snijtafel of al  bij de scenaristen is de vraag. Ik hou het op het laatste, want zoals gezegd waren wat steviger keuzes hier op hun plaats geweest. Muzikale, spirituele, persoonlijke en historische verhaallijnen raken hier verward en daarin wat hierarchie brengen had de kijker houvast en de film meer structuur gegeven.
 
Dat alles maakt One Love niet tot een slechte of overbodige film. Voor fans valt hier veel te genieten en ook voor wie  dat nog niet is. Marley’s muziek maakte hem tot een legende, maar zijn hele leven zit ook besloten ín die liedjes. Wie meer ontdekt over zijn drijfveren en de omstandigheden en gebeurtenissen die zijn oeuvre en hemzelf vormden, kan daar slechts met meer ontzag naar luisteren. Een onmiskenbaar met liefde gemaakte film als deze draagt daar beslist aan bij.