Uw ervaring op deze site wordt verbeterd door het gebruik van cookies.
× Sta cookies toe Meer informatie

Interview

Tekst: Louis Nouws
wo 21 september 2022

Camilla George: togetherness

Interview

Met haar nieuwe album Ibio-Ibio brengt de Londense altsaxofoniste Camilla George een eerbetoon aan de stam van haar Nigeriaanse voorouders. Muzikaal gezien is het vooral een ode aan de bruisende Londense jazzscene, waarin multiculturaliteit groots wordt gevierd.

Door Louis Nouws

Camilla George (38) is geboren in Eket in zuidoost Nigeria. We spreken elkaar via Zoom, haar accent is zwaar Londens. “Ik ben al op jonge leeftijd naar Londen verhuisd. Mijn moeder is Nigeriaans en heeft altijd contact gehouden met haar familie en ik ben daar vaker op bezoek geweest.”  “De verhalen die ik van huis uit meekreeg maakte heel nieuwsgierig naar de geschiedenis en de gebruiken van het Ibibio-volk. Al heel lang wilde ik daar iets mee doen en de eerste lockdown bezorgde me een uitgelezen kans. Veel mensen haten die periode maar ik heb die volledig omarmd. Eindelijk had ik tijd om dingen uit te zoeken en mijn ideeën uit te werken.”

George George groeide op met jazz. Haar vader, afkomstig van het Caribische eiland Grenada, bezat een enorme collectie jazzvinyl. “Hij vond het leuk om samen met mij de hele zondagmiddag platen te draaien. Alle groten kwamen langs, Cannonball, Coltrane, Bird. Ik werd een groot bewonderaar van Kenny Garrett. Hij is als saxofonist mijn grootste invloed, vermoed ik. Mijn ouders waren ook liefhebbers van Fela Kuti. Ze bezochten zijn concerten en hadden zijn platen. Er was sowieso veel Afrikaanse muziek in huis. Afrikaanse ritmes zijn me met de paplepel ingegoten. Ik kan me ook nog heel levendig een optreden herinneren van King Sunny Adé in de Barbican in Londen waar ik als jong meisje met mijn moeder heen was.”

Ze speelt saxofoon sinds haar elfde. “Ik vroeg al op mijn achtste om een saxofoon maar mijn ouders wilde daar toen nog niet aan. Ze waren er niet van overtuigd dat ik dat het echt graag wilde. Maar toen ik op school een muziekcompetitie won met gratis saxofoonlessen als beloning, gingen ze overstag. En het grappige is dat mijn moeder toen helemaal om was. Ik zat nog maar een paar weken op les toen ze me meenam naar Jazz Jamaica, waarvan ze een advertentie had gezien. Die groep wil jonge musici een kans geven zich te ontwikkelen en dan vooral jeugdigen met een etnische achtergrond. Natuurlijk was ik helemaal nog niet toe aan spelen in een band, maar ze waren superaardig en ondersteunend. Een paar jaar later namen ze me wel aan en het is nog steeds een van de bands waar ik graag in speel. Ik zie het als familie en ik houd van het repertoire, een opzwepende mix van reggae, ska en jazz.”
 
Laagdrempelig
Gary Crosby, de drijvende kracht achter Jazz Jamaica, is ook een van de initiatiefnemers van Tomorrow’s Warriors, door Camilla George expliciet genoemd als een belangrijke katalysator van de bloeiende Londense jazzscene. Het is een project dat in het verlengde ligt van Jazz Jamaica, maar zich meer richt op kinderen uit de ‘African diaspora’ zoals ze het omschrijven. Het biedt gratis muziekonderwijs en de mogelijkheid voor jongeren om samen te spelen en op te treden. “Veel van de musici die ik ken en met wie ik nu samenspeel heb ik ontmoet via Tomorrow’s Warriors. Het is brilliant, doordat het laagdrempelig is trekt het jongeren aan met heel verschillende culturele achtergronden. Die diversiteit is wat de Londense jazzscene zo levendig en aantrekkelijk maakt. We kennen elkaar allemaal en zijn allemaal bereid om samen te werken en elkaar te helpen.”
Veel van de muzikanten die meespelen op haar nieuwe album, zoals gitariste Shirley Tetteh, toetseniste Sarah Tandy, trompettiste Sheila Maurice-Grey en tromboniste Rosie Turton kom je ook tegen in de line-up van bands als Nérija, Kokoroko, Ezra Collective of die van Nubya Garcia en Shabaka Hutchings.
 
Saamhorigheid
Ibio-Ibio klinkt als de muzikale mishmash die in de Londense muziekscene kenmerkt. “Met name bands als Kokoroko en Ezra Collective mixen afrobeat en highlife met moderne jazz en grime. Natuurlijk zijn er ook groepen die Afrikaanse muziek maken, maar meer dan vroeger lijken Afrikaanse invloeden hun weg te vinden in andere genres. Die mix is in ieder geval typisch voor Londen. Ik zou me hier helemaal kunnen onderdompelen in de Nigeriaanse gemeenschap, want die is omvangrijk met eigen winkels, eigen restaurants, eigen muziek. Dat geldt ook voor Jamaicanen, Pakistanen en noem maar op. Maar in de buurt waar ik woon zie je dat al die mensen er ook in slagen om met elkaar samen te leven. En zeker in de muziek vinden we elkaar.”

Haar nieuwe album klinkt meer als jazz dan als wereldmuziek, want ze wilde per se geen etnomusicologie bedrijven. “Dus geen Afrikaanse instrumenten op de kora na in één nummer. Het album wil uitdrukken wat de Ibibio’s in mijn ogen zo’n bijzondere bevolkingsgroep maakt. Ik heb me laten inspireren door hun geloof en gebruiken. Op drie nummers rapt Lady Sanity teksten die ze zelf heeft geschreven nadat we lange gesprekken voerden via Zoom. En ik had mijn eigen gedachten en gevoelens niet beter kunnen verwoorden. Wat me vooral aanspreekt in de cultuur van de Ibibio’s is hun saamhorigheid. Ze zorgen goed voor elkaar en kennen een haast spirituele togetherness. Dat trof me natuurlijk vooral tijdens de lockdown toen we in Londen en elders zo geïsoleerd leefden. Maar verbondenheid is natuurlijk iets wat we zeker nu in de wereld zeer goed zouden kunnen gebruiken.”