Blog
Claw Boys telt in ’t Paard af naar de eindstreep
Inmiddels is het echte aftellen voor de Amsterdamse formatie Claw Boys Claw begonnen. Na vele optredens in het Paard de afgelopen decennia, zal dit hoogstwaarschijnlijk ook de laatste keer zijn, want de band heeft eerder dit jaar aangekondigd te stoppen met liveoptredens. Iets dat je bij de vrijgevochten band eigenlijk nooit echt zeker weet. Nog een handvol optredens, dat volgend jaar zijn finale kent in het Bolwerk in Sneek.
Tekst en Foto Jeroen van der Vring
Vanzelfsprekend is alles op voorhand strak uitverkocht, zo ook de afgeladen concertzaal aan de Haagse Prinsegracht. Sommige zalen in het clubcircuit kun je een ware Claw Boys Claw enclave noemen, omdat hier vaak tientallen keren door Peter te Bos en zijn kompanen is gespeeld. Dit altijd met veel enthousiasme en bravoure.
Als oprichters van het eerste uur staan Cameron en Te Bos, gecompleteerd met Marc Bruystens en Jeroen Kleijn achter de drumkit, bekend om hun compromisloze energieke shows. Op het podium en op hun nieuwe album klinkt de band nog steeds hongerig en vol vuur. De nummers balanceren tussen gruizige rauwheid en heldere melodie, tussen brute kracht en tedere subtiliteit. Camerons gitaarriffs, Kleijns strakke drumwerk en het onmiskenbare stemgeluid van Te Bos weten ook het publiek in de hofstad nog steeds te boeien. Klassiek gas geven, zoals bij I’ll Be Watching You, wordt afgewisseld met momenten van breekbare intimiteit, een dynamiek die de band al decennialang meesterlijk beheerst.
Naast de dochters van de fantastische gitarist John Cameron was Bobbie Rossini, bassiste in de originele bezetting van Claw Boys Claw (1983–1989), de special guest van de avond. Zij speelde mee op Shocking Shades Of Claw Boys Claw (1984), With Love From The Boys (1986) en Crack My Nut (1987), en mocht nu een aantal nummers meespelen met haar voormalige bandleden.
Zoals in de begindagen van de band dook Peter te Bos ook nu weer van het podium de zaal in. Het microfoonsnoer werd over talloze uitgestrekte armen op lengte gehouden, terwijl er ouderwets werd gepogo’d, een levendig eerbetoon aan de energie van weleer. Nieuw was het tekstboek en de kruk, waar hij af en toe gebruik van maakte. Een praktische toevoeging, zij het met zichtbare tegenzin. Een van de hoogtepunten van de avond was het nummer Red Letter, waarbij Te Bos de zaal stil kreeg toen hij onversterkt toezong: “The ignition fails, you’re on your own / Now trying to be someone / Throw me a bone.”
Claw Boys Claw blijft schatplichtig aan bands als The Gun Club en The Fuzztones, vooral in hun vroege jaren, maar zij hebben aan deze garagerockinvloed een volledig eigen sound ontwikkeld die onmiskenbaar des Claw Boys is: fris, gruizig en energiek.
Live staat er straks een punt. Deze band laat, naast veertien albums, ook een schier eindeloze reeks liveherinneringen achter. Uit een gedeelte van hun omvangrijke repertoire bestaat het slotgedeelte van de set en de toegiften. Nummers als Bite The Dice, So Mean, Rosie, Shake It On The Rocks, Super Kid en hun onnavolgbare cover van Locomotive Breath van Jethro Tull zijn niet weg te denken. Dat de jaren zijn gaan tellen voor de inmiddels 74-jarige Te Bos is aan zijn enthousiasme en energie niet te merken. Op het podium en op het nieuwe album Fly klinkt de band nog altijd zoals altijd: gretig en intens. Een memorabel einde van een de beste livebands van Nederland.