Herberg de Troost: hartelijk en hartig
Herberg de Troost: hartelijk en hartig
Muziek met een buikgevoel. Daar heeft Rowwen Hèze-voorman Jack Poels een patent op. Enkel te begrijpen door het te voelen. Net zoals je honger in zijn onbestemdheid voelt of zin kunt hebben in een glas bier of wijn. De muziek van Herberg de Troost komt op vrijwel dezelfde manier binnen als een mals stuk gebakken spek of bloedworst van Limburgs varken, zo bleek afgelopen dinsdag tijdens de laatste van een vijftal stijf uitverkochte optredens in het Noord-Limburgse Kronenberg. Poels’ nevenproject met Rowwen Hèze-kompaan Tren van Enckevort trakteerde op een totaalervaring vol muziek, eten en koddige gezelligheid. Een ongedwongen avond vol even hartelijke als hartige muziek. Huist de ziel immers niet ook in de buik? Daar bevindt zich onze gevoeligheid en daar gaat de liefde spreekwoordelijk doorheen. Muziek als honger, of zoals de Vlamingen zeggen: muziek om goesting van te krijgen.
Naast de as van Rowwen Hèze bestaat Herberg de Troost uit gitarist Skinnie, bassist Mo’ Jones en drummer Sjoerd Rutten, aangevuld met gitarist Angelo de Rijke, violist en blazer Emil Szarkowicz, toetsenist Bart Storcken, zangeres Karlijn van Dinther en ditmaal ook nog een vrouwelijk strijkkwartet. Stuk voor stuk doorgewinterde muzikanten die een te korte repetitieperiode vakkundig weten te maskeren. Liedjes als het gloednieuwe Lieve Herfst en het ruim tien jaar oude HAL, afkomstig van Poels’ uitstapje met Leon ‘Mondo Leone’ Giesen, doen ronduit hitfähig aan. Achteloos mooi en onwrikbaar in hun zeggingskracht. Bij Herberg de Troost wordt de vrolijkheid soms wrang en de melancholie zoet. Je zou bijna zeggen: levensmuziek. Muziek noodzakelijk om te overleven.
De liedteksten van Poels lijken snapshots. Registrerend legt hij met een oog voor detail zijn wereld vast, telkens de alledaagsheid boven zijn alledaagsheid uittillend. Een avond Herberg de Troost is als op bezoek zijn bij vrienden en daar de vakantiefoto’s van de gastheer bekijken. Veelvuldig klinkt Ierland door, maar ook het Duitse Rijnland, Oostenrijk en uiteraard zijn eigen habitat, de Peel. Af en toe neemt hij een vergeelde foto uit de doos, herinneringen oproepend aan tijden of personen. Neem Eveline, zijn eerbetoon aan een overleden vriendin. De zeggingskracht van deze ballade dwingt de gasten tot kippenvel en opmerkzame zwijgzaamheid. Poels creëert een eenmans-universum, waarin iedereen uit zijn leven aanwezig is en blijft. Een romanticus die, vrij naar schrijver en dichter J. Slauerhoff, maar één wet erkent: het leven.
Herberg de Troost is een ode aan de zintuiglijkheid. De streekgerechten uit de keuken zijn ruikbaar en maken integraal deel uit van de totaalervaring. Het decor lijkt op het eerste gezicht een plaats om de nacht door te brengen. Maar alles ademt tijdelijkheid, zoals het een herberg betaamt. Het is een halteplaats op weg naar de bestemming, een tussenplaats waar je je kunt opmaken voor het vervolg van de reis. Net die tijdelijkheid verschaft de avond diepgang. Want ze staat in geen verhouding tot de blijvende wereld die Poels oproept, een wereld waarin herinneringen en het heden in elkaar overlopen. Van Enckevort brengt als muzikaal leider de liedjes op smaak. Dankzij de toetsenist en accordeonist klinkt het nooit topzwaar, sentimenteel of kitscherig.
Als er muzikaal al iets op deze vijfde editie van Herberg de Troost viel af te dingen, was het wellicht het ontbreken van een rode lijn. Het gekozen thema Groente & Fruit kwam onvoldoende uit de verf, zeker met de raamvertelling Rijstwafels Met Pindakaas nog in het achterhoofd. De aanstekelijke flauwiteiten van ‘herbergier’ Szarkowicz waren te breed uitgesponnen, net zoals het intermezzo met de zingende bejaarde bijgenaamd de Koningin van Kronenberg en de nodeloos hoogdravende tattoo-memoires van gewezen punkrocker Marco Roelofs. Nee, de zeggingskracht van de avond lag in de muziek en in het Limburgse varken dat heerlijk geurde en voortreffelijk smaakte. Herberg de Troost was een overdadig feest van de vleselijke geneugten en het dikke buikgevoel.