Uw ervaring op deze site wordt verbeterd door het gebruik van cookies.
Sta cookies toe Meer informatie ×

Interview

Tekst: Louis Nouws
do 11 december 2025

Roufaida: Uit de schaduw

Interview

In 2023 maakte Roufaida indruk met de ep die haar naam droeg, waarop ze haar Marokkaanse roots muzikaal verkende. Op debuutalbum Coming Up For Air gaat ze onverdroten door op dat pad en beziet ze openlijk wat er speelt in de maatschappij.

Tekst Louis Nouws Foto Han Ernest
 
Grensverleggend, poëtisch en activistisch. Het zijn geen kwalificaties van mij, maar van Roufaida zelf op haar site. Op haar ep was enkel haar naam te zien – geschreven in gestileerde Arabische tekens –, op Coming Up For Air gaat ze gehuld in een alles bedekkend – behalve haar gezicht – gewaad, dat hemelsblauw is, met witte wolkjes. “Ik wil dat mijn muziek er vooral is om lucht te geven en perspectief te bieden, in een wereld die zoveel druk op ons legt en zoveel van ons vraagt. Ik ga moeilijke gesprekken en maatschappelijke issues niet uit de weg, maar ik wil me er ook niet door lam laten slaan.”
 
Een ontmoeting met Roufaida – het is een publiek geheim dat ze een dochter is van Ahmed Aboutaleb, onder meer oud-burgemeester van Rotterdam, maar daar laat ze zich niet op voorstaan – is inspirerend en tegelijkertijd drukt het je met de neus op nare feiten. Zo vertelt ze hoe ze onlangs in een speeltuin door een buurtgenoot werd aangesproken op de overlast van ‘buitenlanders’. “Hij had niet door dat ik van Marokkaanse komaf ben. Ik ben hier geboren en spreek, al zeg ik het zelf, beter Nederlands dan hij. Zijn vooroordelen zijn gebaseerd op het stereotype beeld van Marokkaanse gastjes op fatbikes. Maar grote kans dat zo’n man een huisarts heeft met een buitenlandse achtergrond. Het werkt vervreemdend om steeds als buitenstaander of overlastgever te worden weggezet hoe goed je ook functioneert.”
 
Het is iets wat ze ook lang in haar omgeving hoorde: ‘Wij zijn niet zoals zij’. “Ik ben een Marokkaanse Nederlander. We spraken thuis Nederlands omdat mijn ouders vonden dat dat nodig was om goed te kunnen functioneren in de maatschappij. Ik heb het Marokkaanse deel van mijn identiteit lang afgewezen omdat ik me realiseerde dat dat deel van mij niet werd gewaardeerd. Dat kwam voort uit lijfsbehoud, om te voorkomen dat je voortdurend wordt afgewezen.”
Maar waar die woorden ‘wij zijn niet zoals zij’ haar vroeger boos maakte, in haar verlangen er wel bij te horen, ging ze steeds meer de kracht van het anders-zijn inzien. “Ik ben gaan onderzoeken waar de waarde zit van mijn Marokkaans-islamitische identiteit. En ik wil daar op een liefdevolle manier ruimte aan geven. Ik zoek naar een manier om me op mijn eigen voorwaarden staande te houden.”
Ze wil zichzelf niet bestempelen als rolmodel, dat vindt ze sowieso iets voor anderen om te bepalen. “Mijn muziek is niet gericht op één specifieke groep. Het is muziek voor iedereen die gelooft in gelijkwaardigheid. Voor iedereen die op zoek is naar verbinding.”
 
Roufaida deed de popopleiding aan het Codarts in Rotterdam. De eerste muziek waarmee ze naar buiten trad werd gerangschikt onder het kopje ‘indie’. Dat ze Marokkaanse en Arabische invloeden in haar muziek ging opnemen noemt ze met nadruk intrinsiek gedreven en niet een zoektocht naar een niche omdat er al genoeg meisjes met gitaar zijn. “Het Marokkaanse deel van mijn identiteit zat als het ware in de schaduw te wachten tot ik haar niet meer kon negeren. Ik voelde me gewoon niet compleet.”
Tijdens de coronaperiode nam ze de zoektocht naar die andere wortels serieus ter hand, in eerste instantie vooral muzikaal gedreven. “Ik had in Marokko een guembri laten bouwen. Dat is een Noord-Afrikaanse bas, waarbij je met één vinger de snaren bespeelt en de andere vingers gebruikt voor percussie. Het levert een heel repetitief geluid op, waarvan je in trance kunt raken. Het is kenmerkend in de gnawa-muziek en heeft een spirituele gevoelswaarde. Met dat instrument in handen ging het als vanzelf rollen.”
Don’t Bend was het eerste liedje dat ze op de guembri schreef. Het is een sleutelnummer op haar ep. “We luisterden thuis nooit naar muziek, maar die Marokkaanse en Arabische grooves bleken gewoon in mijn systeem te zitten. Wel gingen we vrijwel iedere zomer naar Marokko. De auto volgeladen met spullen en vaak in een konvooi met andere familieleden. In de auto luisterden we dan weer wel naar muziek uit het Rifgebergte, de streek waar mijn ouders oorspronkelijk vandaan komen. Toen ik op latere leeftijd meer Noord-Afrikaanse muziek ging beluisteren, hoorde ik dat Marokko heel diverse muziekstijlen heeft, zoals de gnawa.” En ze ging zich verdiepen in Arabische muziek en poëzie, een cultuur met een lange en rijke traditie.
 
Het palet van Coming Up For Air is dan ook veelkleurig. Met de bij het album betrokken Wannes Salomé, onder andere bekend van Klangstof, legde ze vooraf een aantal referenties vast. “We wilden de plaat de beats meegeven die nu populair zijn in Arabische pop. Maar we wilden ook de Andalusische kant van het muziekspectrum laten horen, een meer ensembleachtig geluid. Vandaar dat je ook de ney hoort, een Arabische fluit, en strijkers. Maar die klanken zijn pas in een later stadium van het productieproces aan bod gekomen.
Ik begin met gitaar en zang en knippen en plakken. Zo ontstaan schetsen die ik ga uitwerken. Daarbij maak ik graag gebruik van sampling, een manier van werken die zijn oorsprong kent in hiphop. Ik houd van hiphop en ik vind de traditie van sampling mooi. Door muziek of teksten in een nieuwe context te herwerken, draag je een historie in je werk terwijl je er toch iets nieuws mee vertelt.”
Zo is Ken Ness, het nummer waar haar nieuwe album mee opent, gebaseerd op een gedicht van de Palestijn Mahmood Darwish. Ze bracht het lied, dat een ode is aan de menselijkheid, half mei al uit bij de herdenking van de Nakba – waarbij in 1948 honderdduizenden Palestijnen van hun grondgebied werden verdreven. “Het is schrijnend om iets te herdenken wat weer volop aan de hand is, maar ik wilde met het nummer vooral een menselijk antwoord geven op kille cijfers en statistieken. De bewoners van Gaza kwamen alleen nog in beeld als slachtoffers. Ik wilde de veerkracht laten zien en hun volwaardigheid. Ook zij zijn mensen die een leven leiden.”
De bijgaande video werd gemaakt door drie jonge Palestijnse filmermakers in Gaza zelf in maart van dit jaar. De makers leven gelukkig nog, met één is ze bevriend geraakt.
Of het nummer en de video enig verschil gaan of hebben gemaakt, weet ze niet. “Dat is ook niet aan mij om vast te stellen. Ik zie het als mijn verantwoordelijk om met mijn muziek onrechtvaardigheden aan te kaarten. Gaza is het Vietnam van deze tijd. Het roept veel emoties op en niemand kan er omheen.”
 
Op het moment dat we elkaar spreken zijn er ook grote demonstraties in Marokko, waar Generatie Z de aanjager is van straatprotesten voor een betere gezondheidszorg, beter onderwijs en meer zeggenschap in het algemeen. De overheid reageerde nogal verkrampt en soms ronduit gewelddadig. Veel jongeren werden opgepakt en vastgezet, ook filmmakers en fotografen die Roufaida persoonlijk heeft leren kennen. “Ik heb er afgelopen jaar een kleine tour gespeeld en de hoesfoto voor het album is er gemaakt. Mijn beeld van Marokko was diasporisch — gevormd door verhalen, herinneringen en afstand. Dat is per definitie anders dan het Marokko dat de mensen daar ervaren. Op televisie en in kranten zie of lees je weinig over wat daar nu aan de hand is. Die informatie bereikt mij vooral via sociale media en directe contacten. Ik voel als diaspora wel de verantwoordelijkheid om steun te geven aan die volksbeweging. Als artiest is het niet mijn taak om activist te zijn, maar als mens voel ik die morele plicht wel.”