Recensie
Black Lips - Season Of The Peach

Fire Records/Konkurrent
Als ik ook maar iets van de Black Lips hoor, moet ik meteen denken aan de tijd van de Bonzo Dog Doo-Dah Band. Beide bands zijn zeer muzikaal maar nemen zichzelf niet al te serieus en zijn op zijn tijd prettig provocerend en ontregelend. Tot zover de overeenkomsten met de heren Stanshall en Innes die het hart van de Bonzo´s vormden, want de jaren zestig zijn geweest. Jaren geleden stonden de Black Lips tijdens het Klikofestival, de hemel voor garagebands, in de grote zaal van het Haarlemse Patronaat. Het werd een verpletterend uurtje. De hele zaal werd in mum van tijd ingepakt en veranderde in een feestende massa. Wat mij is bijgebleven is vooral de tomeloze energie en de klasse die ervan afdroop. Niks geen meligheid of arrogantie. Het luisteren naar de albums daarentegen is niet altijd even makkelijk. De Lips laten zich moeilijk doorgronden. Stijlvast zijn ze op Season Of The Peach ook niet. Het waaiert alle kanten op. Van een Elvis-achtige opening, onversneden new wave in Prick, een Zappiaanse Happy Place tot aan Phil Spector's Philly sound in Tippy Tongue. Natuurlijk ontbreekt de garagerock niet in So Far Gone. Daarnaast trakteren de Lips ons op een portie onvervalste countryrock in Baptism In The Death House met Jezus in de hoofdrol. Begin september zijn de Black Lips weer in onze contreien en kunnen we naar diverse locaties om dit uitbundige collectief uit Atlanta live te horen!
Michael Struis