Bria Salmena: Big Dog in Brighton

Een zachtzoute zeewind blaast over de promenade van Brighton. Buiten de Reading Room, onder een grauwblauwe lucht die langzaam openbreekt, zit Bria Salmena in een zwart leren jasje en met een donkere zonnebril. De vroege middag heeft nog iets onrustigs. Ze glimlacht voorzichtig. Showcasefestivals zijn vermoeiend, zegt ze. “Maar je doet het. Want je moet wel.”Na de twee intieme cover-ep’s Country Covers Vol. 1 en Vol. 2 zet de Canadese zangeres Bria Salmena nu de volgende stap: haar eerste volwaardige soloalbum met eigen werk, getiteld Big Dog.
Tekst Ludo Diels Foto Rob Driessen
Ze is lid van de uit Toronto afkomstige experimentele postpunkband Frigs, werkte samen met de Zuid-Afrikaanse countrymuzikant Orville Peck en woont inmiddels in Los Angeles, waar ze zichzelf piano leert spelen. Big Dog is een onstuimige maar zorgvuldig opgebouwde plaat, resultaat van vier jaar schrijven, worstelen en groeien. “Leven is voor mij een vorm van onderzoek en schrijven is hoe ik dat verwerk.”
The Great Escape is een festival voor muzikanten op de drempel van iets nieuws – en Bria ís nieuw, tenminste in deze hoedanigheid: solo, open, compromisloos. Haar album Big Dog is als een weerspiegeling van het gesprek dat volgt – persoonlijk, bedachtzaam en hier en daar een tikje tegendraads.
“Die songs gaan over dingen die ik moest doormaken. Ongemakkelijk, pijnlijk soms. Maar door ze te schrijven werd het een vorm van verzet. Zoals jij zegt: bruised defiance. Ja, dat is het precies.”
Zeggingskracht
Haar muzikale pad slingert tussen stijlen. Ze stond vooraan bij de postpunkband Frigs, maakte ingetogen countrycovers onder de naam Bria, en experimenteert nu met piano in haar huis in Los Angeles. “Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik me moest vastpinnen op één genre. Ik raak snel verveeld – maar op een creatieve manier. Elke plaat moet iets in me losmaken. Big Dog voelde als een noodzakelijke plaat. Niet omdat het de slimste career move was, maar omdat ik niet anders kon.”
Ze schreef en produceerde het album samen met haar vaste muzikale partner Duncan Jennings. “We werken al vijftien jaar samen. Duncan woont nog in Toronto. Omdat ik in L.A. woon werken we op afstand. Maar het pakte goed uit. Big Dog is wel in Canada opgenomen. Bewust, want ik wilde iets terugbrengen naar waar ik vandaan kom.”
Op het album zijn ook Meg Remy (U.S. Girls) en Graham Walsh (Holy Fuck) te horen. “Iedereen bracht zijn of haar energie mee. En die energie, die gelaagdheid, wilde ik vangen.”
Later op de dag speelt ze een korte set van dertig minuten in het spervuur van een strakke planning en flitsende line-ups. “Dit soort festivals zijn ruw. Ik begrijp het – het is een vitrine, een etalage. Maar je mist de opbouw, de gelaagdheid van een gewone show. Normaal bouw ik het concert zorgvuldig op, als een reis door het album en ander repertoire. Nu moet je meteen toeslaan. Het hoort erbij. En soms, als je zo moe bent dat je nergens meer controle over hebt, speel je je beste shows. Dan neem je het moment terug. Je wint alles aan zeggingskracht als je niets te verliezen hebt.”
Do Wah Diddy
We praten over thuis – Canada, L.A., onderweg zijn. Ze is openhartig over haar worsteling met het leven in de Verenigde Staten. “Ik kom uit een land met publieke gezondheidszorg. In de VS is het... anders. En soms denk ik: als het misgaat, ben ik weg. Het schuurt. Ik wil niet apolitiek zijn. Dat is in deze tijd onverantwoord.”
Toch voelt ze zich thuis in de natuur van Californië. “L.A. is een vreemde stad. Uitgestrekt, fragmentarisch. Geen echte stad, zoals Toronto dat wel is. Maar ik heb er rust gevonden. Een piano, een tuin en stilte. Stilte is iets wat ik nodig heb om te schrijven.”
De muziek op Big Dog is voornamelijk op gitaar gebaseerd, maar tegenwoordig schrijft ze veel op piano. “Ik ben mezelf piano aan het aanleren. Het opent iets nieuws. Het voelt alsof ik weer van vooraf aan begin.”
Over haar invloeden zegt ze: “Gillian Welch was enorm belangrijk toen ik twintig was. Ik leerde gitaar spelen met haar liedjes. Leerde harmoniseren door naar haar te luisteren. Later kwamen daar Lucinda Williams en Annie Lennox bij. Mijn moeder draaide die laatste vaak. Mijn vader – hij komt uit Italië – was meer van de Italiaanse zangers. Pino Daniele, Lucio Dalla.”
Haar eerste muzikale herinnering is ontwapenend: “Zo’n klein plastic cassettebandje met Do Wah Diddy Diddy. Als kind was ik erdoor bezeten.”
Begrijpen
Schrijven doet ze elke dag, vaak zijn het gewoon haar gedachten. “Ik zie schrijven als een praktijk, als iets wat ik oefen. Soms lees ik ’s ochtends poëzie, ’s avonds fictie. Alles wat ik meemaak is materiaal. Je hoeft er niet naar te zoeken. Je leeft het.”
Inspiratie noemt ze “een kwestie van sponsen en uitknijpen”. Op tour schrijft ze ook flarden op van wat haar bandleden zeggen. “Je wordt wat vreemd op tour. Dan zegt iemand iets raars en denk ik: dat is een songtitel.”
Soms komt de tekst eerst, soms de melodie. “Meestal gaat het hand in hand. Maar ik moet wel alleen zijn als ik schrijf. Als ik weet dat iemand me hoort, trek ik me terug. Dat is ook waarom veel songs op Big Dog in de lage registers zitten. Ik zong zacht, bijna fluisterend, tijdens het schrijven.”
Met haar band Frigs is het nog niet gedaan. Integendeel. “We zitten op een hoop materiaal. En mensen blijven ernaar vragen. Dat is fijn. Als we er klaar voor zijn, brengen we het uit.” Maar eerst: touren. Daarna terug naar L.A. en dan festivals in Canada. Juli is perfect daar. Zomer, licht, ruimte.”
De nieuwe plaat? Die borrelt al. “We hebben bijna een heel nieuw album aan demo’s klaar. En ik wil verder schrijven. Maar dat moet thuis. Op tour is schrijven lastig. Dan zit je vast in beweging. Schrijven is mijn manier van begrijpen. En voorlopig heb ik nog veel te begrijpen.”