Uw ervaring op deze site wordt verbeterd door het gebruik van cookies.
Sta cookies toe Meer informatie ×

Chris & Mick in Amsterdam

za 7 oktober 2017

Chris & Mick in Amsterdam

Chris & Mick in Amsterdam

Twee Jaggers tegelijk in Amsterdam. De jongste, Chris, in de Q-Factory, de oudste, Mick, in Johan Cruijff’s stadion. Een klein concert en een heel groot concert. Allebei op dreef. Allebei met puike begeleiders. Jammer dat Mick niet even kwam buurten bij zijn broertje. En waarom mag Chris niet even meedoen met de Stones?

Chris Jagger

De zaal in Q-Factory, Amsterdam is vol bij het optreden van Chris Jagger met zijn Rocking Kronies, donderdag 28 september. Fans van Chris en van de Stones, getuige veel T-shirts. Natuurlijk hebben ze, net als ik, de stille hoop dat zijn broer even langs komt en net als op Chris’ cd’s een paar nummers komt meezingen, bijvoorbeeld A Pearl Of A Girl van Concertina Jack.

De thuisblijvers hebben ongelijk. Een rock/country/zydecoconcert van tweeënhalf uur, met één pauze, voor slechts tien piek! Chris, die nauwelijks voor zijn broer onderdoet in zang en bewegen en bovendien een prima gitarist, heeft vier geweldig spelende bandleden: Kit Morgan, gitaar, Steve Laffy, drums, David Hatfield, basgitaar en Elliet Mackerell, viool, met een goede onderlinge communicatie en timing. Zoek op internet op met welke bands en solisten ze allemaal, vanaf de jaren zestig, hebben gespeeld: een indrukwekkende lijst met veel grote namen. Het is heerlijk ze met seasoned musician en songwriter Chris Jagger te zien en horen spelen, met veel zichtbaar en voelbaar plezier.

Bijna alle songs zijn van eigen hand, met JJ Cale's Cajun Moon als goede uitzondering. Iedereen komt in beweging tijdens Firefly, uptempo gespeeld. Eén song treft mij in het bijzonder: over Tibet en vluchtelingen voor de Chinese vernietiging van hun land en cultuur die Chris – hij heeft over de hele wereld gespeeld – aanklampten en om hulp vroegen.

Na afloop signeren natuurlijk, en Chris leent zich geduldig voor de selfies. Jammer dat bijna niemand onder de dertig naar zo’n concert komt. En het moet me van het hart: laat bewegingloze kerels zich toch niet vooraan tegen het toneel opstellen maar de eerste twee rijen vrijlaten voor aantrekkelijke en swingende meisjes en vrouwen. Denk ook eens aan de artiesten en niet alleen aan jezelf!

Mick Jagger

Twee dagen later, in het Amsterdamse stadion. De enthousiaste vrouwelijke fans van midtwintig naast ons blijken een beetje tot onze verbazing al toe aan hun derde Stones-concert. Hun vaders hebben de dure kaartjes gekocht, ze hebben Mick c.s. net als mijn kinderen met de paplepel ingegoten gekregen. De 'oudere jongeren' domineren in het publiek, maar de Stones trekken vier generaties. Eens te meer ben ik me bewust hoezeer de Stones een instituut zijn en hun songs moderne klassieken. De Staat legde de bodem, en om 20.50 uur staat het podium in een rode gloed en giert de lokroep whoo-whoo van Sympathy For The Devil door de arena. In hoog tempo volgen It's Only Rock And Roll, Tumbling Dice, en Just Your Fool en Ride 'Em Down van Blue And Lonesome, met het podium door het licht- en videoteam in de juiste kleur gezet.

Vier langwerpige schermen volgen Mick, Keith, Ron en Charlie, afwisselend in kleur en perfect geregisseerd in detail en voor iedereen goed zichtbaar. Bij zijn welkom in het Nederlands merkt Mick op dat het de hun 38e concert in Nederland is. De band speelt met zichtbaar veel plezier, zeker ook door de krachtige respons vanuit de zaal, wat Mick deed opmerken dat Amsterdam hun beste publiek is. (Benieuwd of hij dat zondag 15 oktober in Gelredome weer zegt.)

Mijn dochter, die vooraan staat, ergert zich aan het grote aantal statische bezoekers die slechts fimpjes met hun mobieltjes staan te maken, ook als Mick langs sprint of karakteristiek met zijn wijsvingers in de lucht priemend de zaal achter hen opzweept. Wat bezielt die mensen toch of beter: hoe komt het dat zij niet bezield of uitzinnig raken?

Natuurlijk, de Stones spelen op routine, maar You Got Me Rockin' en Shine A Light brengen ‘de zaal’ goed op warmte, You Can't Always Get What You Want begint met een prachtige, loepzuivere hoornintroductie, en dan: padada padadadadada.... Paint It, Black. De sfeer is ouderwets goed.

Mick krijgt vocale steun van twee zangeressen van wie één een prachtige solo doet. Na Honky Tonk Women introduceert Mick de musici en zijn makkers – niemand introduceert hem, niet nodig – en dan neemt Keith over. Hij doet Happy en het fraaie Slippin' Away – wat ook wel op het breekbare van zijn stem leek te slaan. Mick komt terug met Miss You, en dat zingt het hele stadion mee. Ronnie doet een prachtige solo in het vakkundig uitgerekte Midnight Rambler – een grote klassieker. Street Fighting Man, Start Me Up, Brown Sugar en Jumpin' Jack Flash ronden het hoofdmenu af. Als toetje krijgen we Gimme Shelter met videobeelden van vluchtelingen, en als uitsmijter Satisfaction.

Jammer dat de akoestiek, in ieder geval op het middenveld, ronduit slecht is. In het achterveld is het een stuk beter, hoor ik later. Door de veel te sterke galm gaat gitaarwerk verloren en is Mick soms minder goed te verstaan, ondanks een stel grote opblaasworsten tegen het dak – maar niet boven de tribunes.

Het riep doorlopend herinneringen op aan de akoestisch perfecte concerten, vroeger in de Kuip. Maar: een heerlijke avond en het gevoel voor vier jaar te hebben bijgetankt.