Uw ervaring op deze site wordt verbeterd door het gebruik van cookies.
Sta cookies toe Meer informatie ×

Recensie

Tekst: Jeroen van der Vring
vr 4 juli 2025

Life Death and Dennis Hopper - The Waterboys

Recensie

Sun Records

Some say the Gods are just a myth, but guess who I've been dancing with… In het geval van Mike Scott, het 66-jarige Schotse boegbeeld van The Waterboys, kan er een aardig rijtje namen volgen. De meest expliciete opsomming van muzikale helden deed Scott in The Return of Jimi Hendrix van album Dream Harder uit 1993. Hetgeen hij in 2011 nog eens dunnetjes overdeed door op het album An Appointment with Mr. Yeats in veertien nummers een ode te brengen aan de Ierse dichter W.B. Yeats. 

Dat je als muzikant de helden die je bewondert muzikaal wil eren is te begrijpen, maar het levert in dit geval geen coherent album op. Het zestiende studioalbum Life, Death and Dennis Hopper is een nogal eclectisch cinematografisch geheel is, en komt nergens echt op gang. Deze bewondering voor de acteur en fotograaf Hopper mondde uit in een ambitieus album. Of misschien kunnen we het beter een muzikaal portret noemen in 25-delen met bijdragen van o.a. Bruce Springsteen, Fiona Apple en Steve Earle. Er staan zeker een aantal prachtige liedjes op Life, Death and Dennis Hopper alleen worden deze afgewisseld met songs waarin Scott’s bewondering het van hem overneemt, zoals in Hopper’s On Top (Genius) en Transcendental Peruvian Blues. De muziekliefhebber en Waterboys-fans van het eerste uur worden hier dus wel enigszins op de proef gesteld. Het nummer met Ten Years Gone is, met een soort spoken word bijdrage van Bruce Springsteen, werkelijk potsierlijk te noemen. Daarentegen is bijdrage van Fiona Apple, ondanks zijn lengte, wonderschoon.

Het gaat van een croonende Scott in Hollywood ’55 tot stevige gitaar gedreven songs dan weer instrumentale interlude of Freaks on Wheels dat, inclusief motorgeronk, meer op een commercial lijkt, is een muzikale ode aan de iconische film Easy Rider uit 1969, waarin Hopper niet alleen speelde maar ook regisseerde. 

Scott ziet in Hopper een moderne mythe en een cultureel fenomeen die telkens opduikt waar de tijdgeest kantelt —een man die zichzelf telkens opnieuw uitvond, met alle chaos en schoonheid van dien. Mike Scott’s fascinatie voor Dennis Hopper begon echter niet met Easy Rider, maar met diens fotografie toen Scott in 2014 toevallig langs een Londense galerie liep waar een expositie hing van foto’s van Dennis Hopper uit de jaren ’60.  

Tussen de lagen van bewondering, chaos en schoonheid waart vooral één geest rond: die van een muzikant die blijft dansen met zijn goden. Wie bereid is zich over te geven aan dit eclectische klankuniversum, wordt getrakteerd op momenten van pure verwondering—zij het met hier en daar een stevige struikelpartij.