Concerttip
Little Feat bruist nog steeds

De hoogtijdagen lagen in de jaren zeventig en van de oorspronkelijke bezetting is niet zo veel meer over. Maar Little Feat bruist nog steeds. De band bracht onlangs een prima nieuw album uit en komt binnenkort naar ons land.
Tekst Kees van Wee
Voor de wat oudere liefhebber van rootsmuziek is Little Feat een klinkende naam. In de jaren zeventig smeedde de band zo ongeveer al het fraais dat de Amerikaanse muziekgeschiedenis tot dan toe had opgeleverd tot de ene kwaliteitsplaat na de andere. Rock, blues, country, funk… noem maar op.
Nieuwe wegen
Wat de band extra interessant maakte is dat er met iedere plaat nieuwe wegen werden ingeslagen. Fans kunnen er lang over disussiëren wat hun beste album is. The Rolling Stones en Herman Brood waren vooral enthousiast over het titelloze debuutalbum (1970), waarschijnlijk vooral vanwege de bluesinvloeden die daarop doorklonken. Maar de opvolgers Sailin’ Shoes (1972) en Dixie Chicken (1973) zijn origineler en avontuurlijker. Op het laatstgenoemde album staat bovendien misschien wel de allermooiste cover van een Allen Toussaint-song ooit, een bloedstollende versie van On Your Way Down.
Met het ijzersterke Feats Don’t Fail Me Now (1974) bereikte Little Feat een hoogtepunt en ook daarna kwamen er nog een paar puike platen uit. Daarbij bleef de band innoveren; op Time Loves A Hero (1977) klinkt zelfs even jazzrock, in het nummer Dog Day At The Races, waarover de leden van Weather Report zich indertijd lovend uitspraken.
Hartaanval
In 1979 kwam het schokkende nieuws dat voorman Lowell George (zang, gitaar) op 34-jarige leeftijd was overleden aan een hartaanval. Kort daarvoor had hij een uitstekende soloplaat gemaakt en laten weten dat Little Feat niet meer bestond, vooral omdat andere leden van de band een belangrijkere rol waren gaan spelen – overigens nadat hij zelf had toegestemd met die democratisering – wat had geleid tot een muzikale koers waarin hij zich niet kon vinden. Vooral het eerdergenoemde Dog Day At The Races kon hem niet bekoren.
De groep was overigens al twee keer eerder ontbonden, maar het leek erop dat het doek leek dan toch echt was gevallen. Een zware klap voor velen, onder wie Bonnie Raitt, die indertijd verklaarde dat ze Little Feat meer miste dan de tijd dat ze acht jaar oud was.
Re-incarnatie
Maar zowaar, in 1987 herrees Little Feat uit haar as, deels in een nieuwe bezetting. Uiteraard zonder Lowell George, waardoor de magie van de jaren zeventig was verdwenen. Prima muziek werd er echter nog wel gemaakt en er is sindsdien een hele stapel albums verschenen, zowel studiowerk als liveopnames uit allerlei periodes.
Sinds Rooster Rag (2012) was het wel lang wachten op nieuw studiowerk, maar vorig jaar werd er eindelijk weer een nieuw album uitgebracht (Sam’s Place) en dit jaar verscheen Strike Up The Band. Terwijl Sam’s Place bestond uit bluescovers, en misschien wel de minst interessante plaat is die de band ooit maakte, laat Strike Up The Band gelukkig weer een veel geïnspireerder geluid horen: eigen nummers met veel slidegitaar (hét kenmerk van de band) en fraai blaaswerk. Dameszang klinkt er ook. Terwijl op de voorganger Bonnie Raitt een bijdrage leverde, horen we dit keer in het titelnummer de dames van Larkin Poe.
In een interview met Boomerocity laat toetsenist Bill Payne overigens weten dat hij tevreden is over het voor een Grammy genomineerde Sam’s Place, ook al dachten sommigen dat er was gekozen voor de makkelijke weg. Wel geeft hij aan dat Strike Up The Band meer aansluit op het vertrouwde geluid en noemt hij het ‘a proper Little Feat album’.
Echte liveband
Naast Payne (de enige die erbij was vanaf het allereerste begin), telt Little Feat op dit moment nog twee oerleden: Kenny Gradney (bas) en Sam Clayton (percussie en zang). De drie overige leden zijn Fred Tackett (gitaar en zang, bandlid sinds 1987) plus de nieuwkomers Scott Sharrard (gitaar en zang) en Tony Leone (drums en zang).
Little Feat is nog steeds een echte liveband. In een interview met Crucial Rhythm laat Payne weten zich te verheugen op de komende tour, waarbij voor het eerst in twaalf jaar ook Europa wordt aangedaan. ‘Geloof het of niet, we genieten nog steeds van elkaars gezelschap. Dit geldt ook voor de band en iedereen in onze crew. Het is een fantastische groep mensen die dag in dag uit hetzelfde doel nastreven: de best mogelijke show neerzetten. We hebben ook veel gedeelde interesses, zoals sport en het vinden van leuke eetgelegenheden. Gewoon geweldige kameraadschap.’
In datzelfde interview wordt hem gevraagd welke nummers van het nieuwe album we tijdens de concerten kunnen verwachten. ‘Elk nummer komt in aanmerking, waarschijnlijk spelen we er een stuk of negen van de dertien. Tijdens elke tournee ontwikkelen nummers zich wanneer we ze spelen. Ik verheug me vooral op New Orleans Cries When She Sings, dat is geschreven door Vince Herman van Leftover Salmon en mij. Een ander nummer waarvan ik denk dat het zal aanslaan is Bluegrass Pines, dat ik samen met Robert Hunter schreef. Too High to Cut My Hair, geschreven door Scott Sharrard en Fred Tackett, is ook leuk om te spelen. Ach, elk nummer is de moeite waard, anders had het de plaat niet gehaald.’
Kleine voeten
Het niveau van de topplaten uit de jaren zeventig wordt weliswaar niet geëvenaard, maar ook zonder Lowell George is Little Feat relevant, en velen verheugen zich op het concert dat de groep binnenkort in Utrecht geeft. De naam van George zal wel onlosmakelijk aan de band verbonden blijven, al was het alleen maar omdat de bandnaam is ontstaan toen Jimmy Carl Black (drummer van The Mothers of Invention, waarvan George indertijd ook lid was) ooit een opmerking maakte over diens kleine voeten. De spelling ‘feat’ in plaats van ‘feet’ schijnt trouwens een homage aan The Beatles te zijn (die immers ‘beetles’ hadden veranderd in ‘beatles’).
Little Feat live: 31 juli in TivoliVredenburg, Utrecht.