Uw ervaring op deze site wordt verbeterd door het gebruik van cookies.
Sta cookies toe Meer informatie ×

Recensie

do 14 augustus 2025

Momus - Quietism

Recensie

American Patchwork

Er zijn weinig artiesten van wie ik meer albums in huis heb dan Nicholas Currie, alias Momus. Ik ontdekte deze Schotse avant-pop singer-songwriter in 1987 met zijn tweede album The Poison Boyfriend en werd ogenblikkelijk getroffen door de uiterst originele en intellectuele manier waarop hij allerlei vaak taboeonderwerpen aansneed en verwerkte tot liedjes die onoverbrugbaar lijkende stijlen met elkaar verbinden. Begin jaren tachtig gestart met de band The Happy Family, ging Currie solo verder als Momus; eerst als een soort intellectuele art-folky, wat al snel evolueerde in een meer seksueel georiënteerde, Leonard Cohen-achtige richting, om een jaar later alweer te verschuiven naar een Pet Shop Boys-achtige elektronische popstijl. Even leek hij uit te groeien tot een heuse popster, maar zijn elektronische liedjes werden almaar ingetogener en melancholieker, terwijl gaandeweg de budgetten om platen op te nemen steeds kleiner leken te worden, waardoor ze muzikaal steeds simpeler en meer lofi begonnen te klinken. Zijn vele albums (gemiddeld één of twee per jaar) fascineerden me nog wel, maar net als hun verkrijgbaarheid steeds minder werd, gold dat ook voor de liedjes die er nog echt bovenuit staken. Een jaar of tien geleden hield ik daarom op met Momus nog te volgen. Totdat ik onlangs per toeval The Actor hoorde van zijn zojuist verschenen album Quietism en onmiddellijk getroffen werd door het bossanova-achtige poplied dat de Momus van weleer weer helemaal tot leven wekte. Het album heeft mijn liefde voor hem weer helemaal doen opbloeien. Toch maar weer achter de albums aan die ik het afgelopen decennium van hem heb gemist.

Eric van Domburg Scipio