Uw ervaring op deze site wordt verbeterd door het gebruik van cookies.
× Sta cookies toe Meer informatie

Review

Tekst: Ludo Diels
zo 19 september 2021

Portland: Droomdansmuziek

Review

Jente Pironet en Sarah Pepels vormen de aandrijfas van het Belgische Portland, hoewel er op donderdag 16 september vijf personen op het podium van de Maastrichtse Muziekgieterij stonden. Het duo vormt vocaal en visueel de kern van de formatie die in 2016 de finale behaalde van Humo’s Rock Rally. In 2018 was Portland winnaar van Studio Brussels De Nieuwe Lichting en een jaar later kwamen ze op de proppen met het debuutalbum Your Colours Will Stain.

Portland gaf in de Muziekgieterij een alleraardigst visitekaartje af met een show die er zeker mocht zijn. Zoetgevooisde melodieën, ineengevlochten stemmen en liedmateriaal dat op het punt staat op dronk te komen. De band is al een poos bezig om vaste voet aan de grond te krijgen in Nederland. In 2018 waren ze te gast bij Jan Douwe Kroeskes 2 Meter Sessies waarin ze als veelbelovend werden aangekondigd. De opkomst leek niet te stuiten. De band werd opgepikt. Festivals volgden. En toen – het is inmiddels een bekend verhaal – stak de pandemie er een stok voor.

Nu de virusdampen weer wat op lijken te trekken, herneemt Portland het tourschema en pakken ze ook door in Nederland. Met hun inmiddels twee jaar oude album Your Colours Will Stain op zak streken ze neer in een goed gevulde Muziekgieterij in Maastricht.

De asset van Portland is de samenzang van iets wat je in tijden vóór het non-binaire gendermodel nog gewoon de mannelijke en vrouwelijke identiteit zou noemen. Het hardere, mannelijke dat contrasteert met het vrouwelijk zachte. Dromerig en tegelijk lucide. Die combinatie van krachtig en kwetsbaar verleent de muziek zeggingskracht. Vrij naar dichter Henriëtte Roland Holst zijn het in Portland de ‘zachte krachten’ die het geluidspalet bepalen.

Een compliment is per definitie wanneer een band live spelend iets toevoegt aan het studioalbum. Die pluim valt Portland toe. Live klinkt de band rauwer en hebben de nummers meer edge dan op het redelijk gepolijste album. Als het niet zo lullig zou klinken zou je het optreden van Portland als sympathiek betitelen. Het zijn aardige liedjes die gebracht worden door charmante mensen. De muziek herbergt geen gevaar, maar uitnodigende melodieën, zoals het aanstekelijke Ally Ally of het dansbare Pouring Rain. Zelfs een nummer als Killer’s Mind heeft een hoog knuffelgehalte. Toch wordt de muziek die voortgedreven wordt door synths en strakke drums nooit ondraaglijk luchtig of weekhartig. Portland is veelzijdig en valt met moeite te categoriseren. Indie? Of eerder dreampop met folkinvloeden? Soms roept Portland Coldplay in herinnering of Tame Impala en op de beste momenten zelfs een vleugje Radiohead. Droomdansmuziek met een wijds uitgesponnen geluid, dat in ieder geval.  

Jente Pironet brengt met zijn gitaar, swagger en subtiele kras op zijn stembanden een vleug funk en rock in de muziek. Zangeres en toetsenist Sarah Pepels is juist zijn tegenpool. Zij klinkt ijler, zachter en breekbaar. Samen brengen ze een zweverig geluid voort dat de muziek als het ware het luchtruim laat kiezen. Dat Pironet soms wat krampachtig probeert om de zaal mee te laten klappen of op reacties van het publiek wacht, heeft wellicht te maken met het aantal tourkilometers op hun teller. Op een festival zou je die pose eerder verwachten dan in een intieme zaal. Maar het stoorde niet. Het was eerder aandoenlijk. Alsof hun ingezette zegetocht langs de groter wordende zalen en festivals nooit tot stilstand was gekomen. Je voelt aan alles dat deze band gaat groeien. Ze komen er wel, maar zijn er nog niet. En juist in die serieuze werklust van de band om zieltjes te winnen schuilt de charme. Portland heeft nog niet veel materiaal, maar schiet wel met scherp.