Uw ervaring op deze site wordt verbeterd door het gebruik van cookies.
× Sta cookies toe Meer informatie

Review

Tekst: Cees Bronsveld
di 27 september 2022

Roel Bentz van den Berg: de straatwaarde van de ziel

Review

In een vorig leven was Roel Bentz van den Berg – filosoof, essayist en redacteur van het literaire tijdschrift De Gids – vooral ook radiomaker, onder meer presentator van het VPRO-programma Heartlands, dat hij maakte met Martijn Stoffer. In een prachtige aflevering draaide hij ooit Huilen Is Voor Jou Te Laat van Corrie en de Rekels. “Zo authentiek als de oudste blues”, zei hij over het nummer dat ik tot dan toe als een wat flauwe smartlap beschouwd had. Maar Bentz had natuurlijk gelijk.

Door Cees Bronsveld

Wat de presentaties van Bentz bijzonder maakte was het feit dat hij zijn radioteksten uitschreef en vervolgens voordroeg. En dat werkte. Zo vervolgde hij met “…. en Corrie, duizend keer sorry. We hadden je zo graag een ander, beter, gelukkiger leven gegund.  Je hebt zelf je lot in de verkeerde handen gelegd maar het voelt net alsof wij allemaal, persoonlijk, tekortgeschoten zijn.” Tsja, zo’n prachtzin schiet je nu eenmaal niet zomaar te binnen. Bij de docu-televisieserie Nederland van boven, die Bentz van commentaar voorzag,  ging het precies zo.
 
Intussen is Bentz ook uitgegroeid tot een gewaardeerd literator. Hij won de Jan Hanlo Prijs voor zijn essays. De jury noemde hem daarbij ‘de danser onder de essayisten’. En dat klopt. Want ondanks alle filosofie is zijn stijl toch vooral lichtvoetig. Misschien ook wel dankzij de filosofie? Hoe dan ook: als het naar zijn inschatting toch allemaal wat zwaar dreigt te worden, mompelt Bentz iets relativerends, “of zoiets”.  
Dat is in zijn nieuwe essaybundel De straatwaarde van de ziel niet anders.
Popmuziek is daarin zeer aanwezig. Al is het langste essay in deze bundel wel een In Memoriam voor Bentz’ filosofische leermeester, prof. Otto D. Duintjer.  Laat daarom vooral ook gemeld zijn dat, dit strikt genomen, geen muziekboek is. Bentz heeft wel, als geen ander, het talent om voorbijgaande, ongrijpbare zaken onder woorden te brengen. En tsja, als er iets ongrijpbaar is, dan is dat wel muziek. Die komt dan ook meer dan ruim - ruimer, ruimst dus - aan bod.  
 
De filosoof Bentz van den Berg maakt wat je noemt wel een beginnersfout: zijn typering van de Hegeliaanse dialectiek als de drieslag van “these – antithese – synthese” is niet van Hegel maar van Fichte, een andere Duitse filosoof. (Hegel en Fichte liggen trouwens broederlijk naast elkaar op een kerkhof aan de Berlijnse Friedrichstrasse.)
De misser verklaart vermoedelijk wel dat de filosoof Adorno, links-Hegeliaan en een groot muziekfilosoof (met helaas een nogal foute afkeer van jazz) in Bentz’ bundel niet één keer genoemd wordt. Adorno’s geestverwant Walter Benjamin overigens wel.
 
Zoals gezegd: Bentz luistert. Vooral naar teksten. Hij hoort in de betere popmuziek dikwijls poëtische wijsheden, met name die van de straat. De muziek doet er dan vervolgens zeker ook toe. “Woorden worden”, aldus Bentz “wakker geschud door het ritme.”  
Bentz heeft oog voor detail. De zanger, het lied heet het essay waarin hij uitgebreid stil staat bij de zinssnede Take me down to your dancefloor uit Gram Parsons’ A Song For You. Hoezo your dancefloor vraagt hij zich af.

Bentz onderzoekt dus. Hij is doorgaans goed op de hoogte. Zo meldt hij dat het eerste vinyl singletje in 1949 op de markt kwam.
Bentz kijkt ook. Naar het pak van Paul McCartney op de hoes van Abbey Road bijvoorbeeld.
En voor wie het nog niet wist vanwege zijn genoemde radiopresentaties: Bentz kan schrijven. Ik citeer hier zijn mooiste zin, ook een omschrijving van het belang van muziek wellicht?  “Wat ik die stemmen, gitaren, blazers, bassen en drums hoorde zeggen, en niet alleen zeggen, maar tegelijk ook metterdaad bewijzen, en nog, is dat anderen het allemaal beter zullen weten (in ieder geval zullen zeggen dat ze dat doen), maar dat de meest waardevolle, inspirerende, desolaat lyrische en bevrijdende dingen die er zijn – liefde, hoop, dromen – zich bij voorkeur juist tegen beter weten in laten vinden en ervaren. Word je op school ook niet verteld. Kan misschien ook niet. Je moet het horen.”

Bentz probeert muziek in woorden te vangen. “Ik wil die muziek overbodig maken”, stelde hij zelfs in 1999 in een interview met Onze Taal. En natuurlijk – gelukkig maar – dat overbodig maken is hem niet gelukt. Al kwam hij wel een heel eind.
‘Waar je niet over kunt spreken, moet je zwijgen’, meende Wittgenstein in een beroemd geworden citaat. Dat betekent niet dat je het niet moet proberen, stelde Adorno daar tegenover. Bentz schreef een prachtbundel.
  
Roel Bentz van den Berg, De straatwaarde van de ziel, 285 blz., € 22,99, e-book € 12,99 (Augustus/Atlas Contact).