Uw ervaring op deze site wordt verbeterd door het gebruik van cookies.
× Sta cookies toe Meer informatie

Review

Tekst: Eddie Aarts
vr 8 oktober 2021

The Specials: protest over een andere boeg

Review

Toen The Specials een paar maanden geleden een nieuw album met de titel Protest Songs 1924 - 2012 aankondigde, viel ik bepaald niet van mijn stoel. De Britse groep ontstond immers in een tijd waarin artiesten genoeg aanleiding en gelegenheid hadden om ongenoegen te uiten en deed dat ook. De twee stijlen die ze eind jaren zeventig met succes aaneensmeedden – reggae en punk – hadden elk al een stevig rebels karakter en het zevental uit Coventry had zelf nogal wat appeltjes te schillen met de maatschappij waar ze deel van uitmaakten.

Door Eddie Aarts
 
En dus kregen in Gangsters gehaaide muziekbaasjes als Bernie Rhodes een sneer, stelde Too Much Too Young onnodige tienerzwangerschappen aan de kaak en schetste Ghost Town de algehele uitzichtloosheid die leefde nadat Thatchers conservatieven het één termijn voor het zeggen hadden in het Verenigd Koninkrijk. Of zoals Horace Panter het onlangs zei: “Iedereen in Groot Brittannië dacht dat Ghost Town over hún stad ging”. En dat waren nog slechts de hits, want de singles en albums stonden bol van de maatschappijkritiek. Toen oprichter Jerry Dammers na het vertrek van drie kernleden doorstartte onder de naam Special A.K.A. deed hij daar een schep bovenop met zo mogelijk nog serieuzere thema’s. In Racist Friend, het voor de BBC té confronterende The Boiler (over verkrachtingen), War Crimes en met name anti-apartheidssong Free Nelson Mandela, die wereldwijd werkelijk effect sorteerde.
 
De wisselende bezetting die tot de ‘reünie’ van de band ruim 10 jaar geleden de naam levend hield, week daar nauwelijks van af en de inmiddels nog door drie kernleden gevormde Specials evenmin. Op het goed ontvangen album Encore dat zanger Terry Hall, gitarist Lynval Golding en bassist Panter twee jaar geleden maakten, verwoordden bijvoorbeeld Vote For Me, B.L.M. en 10 Commandments wederom de betrokkenheid van de heren.
 
Bijster origineel klonk het vooruitzicht van een plaat vol protestsongs dus niet en het feit dat die louter covers zou bevatten evenmin. Ook de kunst slim gekozen materiaal van anderen te ‘lenen’ verstond de groep immers vanaf het eerste moment, niet zelden tevens omwille van de kritische strekking. Zo leenden ze uit het oeuvre van ska-grondlegger Prince Buster Too Hot en werd een venijnige versie van Bob Dylans Maggie’s Farm gericht aan het adres van premier Margaret Thatcher. Ook het Equals-nummer Black Skin Blue Eyed Boys en Blam Blam Fever van de Jamaicaanse zanggroep The Valentines vielen op Encore prachtig op hun plek.
 
Origineel of niet, The Specials verdenken van creatieve bloedarmoede kwam geen moment in me op. Het engagement van de heren, die hun thematiek maar wat vaak ontleenden aan eigen ervaringen, was immers altijd oprecht. Het coronajaar, waarin de moord op George Floyd de druppel was die enorme bijval voor de Black Lives Matter teweegbracht, leverde tijd en meer dan genoeg nieuwe motivatie op. Beslist ook bij de in Amerika wonende Golding – zelf ooit slachtoffer van racistisch geweld en sedertdien een gedreven activist.
 
Zodra de tracklist van de plaat uitlekte, werd duidelijk dat de heren tijdens hun gedwongen ‘pauze’ sterk repertoire hadden verzameld. Dat daar een Marley/Tosh-compositie als Get Up, Stand Up bijzit, mag niet verbazen, maar Goldings akoestische uitvoering valt op door z’n ingetogenheid. Wie iets van de naoorlogse Amerikaanse geschiedenis weet zal openingsnummer Freedom Highway van The Staple Singers wel kunnen plaatsen. En de oudste track hier, de uit 1924 stammende Dixie Jubilee Singers-spiritual Ain’t Gonna Let Nobody Turn Me Around, sluit daar mooi bij aan. Menig Heaven-lezer heeft vast ook Leonard Cohens Everybody Knows of Frank Zappa’s Trouble Every Day in de kast. Of Listening Wind van Talking Heads, dat zich hier met slechts wat nyahbinghi-percussie en een subtiel blazersarrangement wel in een heel andere gedaante toont. En misschien zelfs Chip Taylors Fuck All The Beautiful People, dat ras-cynicus Hall natuurlijk op het lijf geschreven is.
 
Maar er is ook gekozen voor tracks, waarvan menigeen de inhoud niet precies zal kunnen duiden. Je moet van goeden huize komen om ook de achtergrond te kennen van I Don’t Mind Failing In This World en I Live In A City, twee hier aaneengeregen liedjes van singer-songwriter Malvina Reynolds. Ook Big Bill Broonzy’s Black, Brown And White of Jerry McCains My Next Door Neighbour zijn geen gemeengoed. Golding zingt het eerste recht uit het hart, terwijl Hall het tweede juist ook een oer-Brits humoristisch tintje meegeeft.
 
Dapper en doordacht geselecteerde nummers dus, die extra opzien baren door hun uitvoeringen. Op Protest Songs klinkt slechts incidenteel een noot ska of reggae. In plaats daarvan worden we getrakteerd op mooie kleine liedjes, swingende gospel, stuiterende jive, calypsoachtige r&b en rockende blues. Het moet een verademing zijn geweest voor de mannen zelf en heel eerlijk gezegd was het dat ook voor deze fan van het eerste uur. Want hoe verschrikkelijk leuk de pogofeestjes tijdens Specials-concerten zelfs na veertig jaar ook nog waren, wie eerlijk is realiseert zich dat de groep zélf de muzikale horizon al na één album probeerde te verbreden. En hoe kon dat ook anders? Met reggaemuzikanten Lynval Golding en Neville Staples, punker Terry Hall, rockabilly-gitarist Roddy Byers, de uit soul- en funkbands gerecruteerde drummer John Bradbury en bassist Horace Panter had de door toetsenist Jerry Dammers geïnitieerde rebellenclub simpelweg te veel noten op haar zang om lang in het ska-keurslijf te passen. De groepsleden ontsnapten daar eigenlijk pas aan toen de groep uiteenviel, maar werden er na de hereniging toch weer in gedwongen. 
 
Er onder Specials-vlag op deze manier korte metten mee maken getuigt van moed. Niet de hele achterban zal het de band in dank afnemen. Maar de velen die de groep juist ook omwille van hun onomwonden maatschappijkritische opstelling in het hart sloten, zullen dat hopelijk weer doen. Protest Songs is immers ook gewoon een heel geslaagd album. Wanneer dit repertoire – net als het materiaal van de vorige plaat – zijn weg vindt naar de setlist, zullen ook Specials-concerten nooit meer hetzelfde zijn. Het lijkt me een hele opgave de balans te vinden tussen oud en recent werk, maar de ‘greatest hits potpourri’s’ waar veel artiesten van hun generatie niet aan ontkomen, behoren tot het verleden. Een prestatie van formaat. The Specials staken hun nek uit en kozen ervoor zich in alle vrijheid te uiten. Alleen zo komen protestliedjes tot stand, toch?