Uw ervaring op deze site wordt verbeterd door het gebruik van cookies.
× Sta cookies toe Meer informatie

Column

Tekst: Ludo Diels
vr 11 november 2022

Bruce Springsteen & midlifecrisis

Column

Wat is dat toch met Bruce Springsteen? Zijn muziek bekoort me al jaren niet meer, maar loslaten kan ik hem niet. Kennelijk werkt de man die ik ooit bewonderde om zijn albums en liveshows als een zwaan-kleef-aan voor mensen met een kneiter van een midlifecrisis. Men trekt met Bruce het theater in, vertolkt zijn liedjes in het Limburgs dialect en gaat met de tv-camera naar New Jersey om schaamteloos de fan uit te hangen.

Tekst Ludo Diels

De deconfiture van Bruce Springsteen begon voor mij zo’n twintig jaar geleden. Zijn platen halen al heel lang niet meer het niveau van zijn vroegere werk. En dan is er ook nog die man die het altijd opnam voor Joe Sixpack en zich de longen uit het lijf schreeuwde voor sociale gerechtigheid.
Hij werd een societyfiguur die zich liever begaf in de coterie van ex-presidenten, filmregisseurs en raspaardenkopers dan dat hij rondhing met de volkse figuren die zijn liedjes bevolken. Ook bleek Bruce meer dan ontvankelijk voor de lokroep van de mighty dollar. Hij verleende medewerking aan een reclameclip voor dure auto’s, verkocht tegen een astronomisch bedrag de rechten van zijn muziek en ging op Broadway zijn levensverhaal uitmelken. Nu heeft niemand gezegd dat je in het leven consequent moet zijn. En iedereen heeft het recht om er buiten de publieke persona ook nog een privéleven op na te houden dat niets te maken heeft met iemands oeuvre.
 
Rich man in a poor man’s shirt
Je moet je realiseren dat edelmoedigheid eerder de muziek toekomt dan de mens die het produceert. Niets menselijks is de zanger dan ook vreemd. Toch wringt het ergens. Want juist Springsteen was zo iemand waarbij vorm en vent samen leken te vallen. Later in zijn carrière werd hij steeds meer the rich man in a poor man’s shirt. Hij realiseerde zich dat zelf ook. In zijn memoires Born To Run en ook in zijn Broadway-show was hij ongenadig hard voor zichzelf. Respect voor die ongenaakbare eerlijkheid. Maar het is misschien juist die vermenging van muziek met de mens die het mij niet langer mogelijk maakt onbevangen naar de oude wereldverbeteraar te luisteren.
 
Demystificatie is iets wat Bob Dylan in ieder geval nooit is overkomen. Van hem weten we in grote lijnen enkel wat hij zelf daarover prijsgeeft. Van Springsteen weten we vrijwel alles. Dat maakt hem kwetsbaar. Het kan troostrijk zijn te weten dat de ouwe baas ook last heeft van depressies, dat hij angsten kent en in valkuilen valt. Mijn probleem met Springsteen is minder ’s mans leven, maar zijn muziek. Daarin vertelt hij al jarenlang niets meer dat ertoe doet. Niet over het leven, de liefde, het werk of de wereld. Zijn discografie van de laatste decennia is een verzameling aardige nummers die je moeiteloos onder een reclameclip kunt zetten. Het is douchemuziek, muzikaal behang, er is geen urgentie, er klinkt geen hartenkreet. Hij maakt kennelijk niks meer mee.
 
Kritiekloos
Zijn nieuwe soulplaat Only The Strong Survive wordt door de meeste pers weer kritiekloos omarmd als een coveralbum waarop Springsteen zijn stem de ruimte geeft. Bijval alom. Hij zou de bronnen van de soulmuziek ontsluiten en de schatplichtigheid van de rock-’n-roll aan deze muziekstijl aantonen. Ik hoor het niet. Ga naar de bronnen luidt al sinds Erasmus het devies. Dus zoek de originelen en niet de would like to be’s of slechte kopieën.

Springsteen zelf vond zijn stem op Only The Strong Surive ineens ‘badass’, zo vertelde hij in een videoboodschap. Zijn stem is echter nooit zijn troefkaart geweest. Die voldeed als instrument om het liedje te dragen. Rauw en ongepolijst klonken zijn liefdesliedjes het waarachtigst en zijn rockers op hun best. Juist in die beperkte vocale reikwijdte school de zeggingskracht. Als hij zong deed hij zich niet beter voor dan hij was, dan moest je het doen met wat hij je aan schorre waarheden uitserveerde. Zijn teksten sneden hout, waren poëtische wapenfeiten en zijn hese stem verkondigde een verhaal dat geen opsmuk nodig had. Springsteen op z’n best had soul, bezieling.
 
Hoe anders is dat anno nu.
 
Zieloos klinkt het nieuwe album. Bekijk die gestileerde video’s waar geen greintje pit en leven in zit en je weet hoe het er artistiek voor staat.
Waarom helpt niemand hem uit zijn droom? Hij klinkt niet als de Commodores, zijn stem is niet zwart, heeft geen soul en is ten enenmale niet badass. Is er geen enkele kritische geest in zijn omgeving? Als je manager producer wordt, zoals het geval is bij de vroegere muziekjournalist en huidige verzamelaar van renaissancekunst Jon Landau, dan weet je waar het naartoe gaat. Commercieel succesvol. Maar een nummer dat qua kracht raakt aan Darkness On The Edge Of Town of voor mijn part Better Days heb ik niet meer gehoord. Het is allemaal veel van hetzelfde.
Waarom is er niemand die tegen de Boss zegt dat hij weg moet blijven bij liedjes die af zijn, zoals het geweldige door de Commodores bekend geworden Nightshift?  Springsteen voegt er niets aan toe; integendeel hij ontdoet het origineel van zijn glans.
 
Vertier en deernis
Wat me fascineert is dat er mensen zijn – veertigplussers – die in Nederland volle zalen trekken met shows over hun bewondering voor Bruce Springsteen. Ze maken ons deelgenoot van de concerten die ze kriskras door de hele wereld volgen. Dat hun C02-voetafdruk inmiddels zo groot is als de Grand Canyon laat ik buiten beschouwing.
 
Bruce Springsteen is vertier geworden voor mensen met een grote beurs, zoveel is duidelijk, want een kaartje kost een godsvermogen. Moet iedereen zelf weten uiteraard. Maar het is toch vreemd. Vreemd dat wij niet alleen kritiekloos de muziek van de held uit New jersey blijven bewonderen, maar ook omdat we kennelijk bewondering koesteren voor de bewonderaars van Springsteen. Er schuilt een zekere schaamteloosheid achter. Kijk mij eens fan zijn. Men tatoeëert regels uit zijn liedjes op hun armen, ze noemen hem de vader die ze nooit hadden of verkloten zijn beste songs in het Limburgs plat. Bruce als levensvervulling.
 
Ik voel enige deernis. Ook met mezelf, want in feite ben ik geen haar beter. Ik hoef weliswaar geen tatoeage van regels uit zijn liedjes, want de treffende zinnen zitten al in mijn hart, die onthoud ik zo wel. Maar ook ik raak maar niet los van dit fenomeen. Ergens denk ik dat het duidt op een midlifecrisis. Klaarblijkelijk kijk ik graag terug op de periode dat de man en zijn muziek samenvielen met de geest van de tijd. Toen hij me optilde, me meenam in een tunnel van liefde en in een orgie van onbezonnenheid. Toen hij iets te zeggen had over racisme en oorlog, over links Amerika en patriottisme. Toen hij me de wereld van mensen liet zien die aan de zelfkant leefden of zelfs ter dood waren veroordeeld. Als een chroniqueur en een literator van het zuiverste water dompelde hij me onder. De man had iets te zeggen. God, wat mis ik die ouwe Bruce en zijn rauwe, pure liedjes. Liedjes die de tand des tijds zullen overleven.

De hoop dat het ooit goed komt tussen Bruce en mij heb ik inmiddels opgegeven, zeker met Only The Strong Surive. Maar de kaartjes voor zijn optreden in Landgraaf in 2023 heb ik al in huis. Begrijpje wat ik bedoel met midlifecrisis?