Column
Column: De vader van de drummer
Minke Weeda is directeur van Rotown Rotterdam en showcasefestival Left of the Dial én columnist voor Heaven.
Na de show raakte ik in gesprek met de vader van de drummer. Ik had het echt een geweldig optreden gevonden, maar omdat de drummer zelf te druk was om complimenten in ontvangst te nemen, zei ik het maar tegen zijn vader.
Dat vond hij leuk om te horen.
Hij was zelf ook drummer, vertelde hij. Niet in zo’n goeie band als die van zijn zoon, voegde hij er haastig aan toe. Hij was de drummer van een George Michael-coverband. Ze hadden net een succesvolle tour door Europa gedaan en nu dachten ze erover om door te gaan als Duran Duran-coverband zodat ze het hele rondje nog een keer konden doen. De zanger leek ongeveer evenveel op George Michael als op Simon le Bon, dus waarom niet?
Ik zei dat dat me ook een goed idee leek, maar kennelijk niet enthousiast genoeg, want hij begon zich meteen te verontschuldigen. Hij zou ook liever zijn eigen muziek spelen, maar ja… wie zat daar nou op te wachten hè?
In het Nederlands zeg ik dan altijd heel opgeruimd: ‘hey, het is nog altijd beter dan postbode zijn!’ Niet dat postbode me nou zo’n vreselijk beroep lijkt, maar het was ooit het eerste dat me te binnenschoot en dat is een beetje blijven hangen.
Maar het leek me in het Engels minder goed te werken, dus ik viel even stil om een beter alternatief te bedenken.
De vader keek me aan en toen zeiden we allebei precies tegelijk: ‘hey, it beats working in a factory!’
Eerlijk gezegd vond ik dat bijna net zo mooi als het optreden van zijn zoon.