Uw ervaring op deze site wordt verbeterd door het gebruik van cookies.
× Sta cookies toe Meer informatie

Blog

Tekst: Louis Nouws
di 11 juni 2024

Leonard Cohen, a Journey, a Song

Blog

Vanavond is de de documentaire Hallelujah: Leonard Cohen, a Journey, a Song te zien op NPO2 (Het Uur van de Wolf, 22.35 uur). Voor de première in de bioscoop in 2022 schreven we deze voorbeschouwing.

Hallelujah: Leonard Cohen, a Journey, a Song wil veel verhalen vertellen. Het verhaal van een bijzondere joodse jongen, het verhaal van een bijzonder liedje en uiteindelijk ook het verhaal van hoe absurd de muziekwereld in elkaar steekt.

Om met dat laatste te beginnen, Cohens album Various Positions waarop Hallelujah staat, werd door platenmaatschappij Columbia Records in 1984 naar de prullenbak verwezen. CEO Walter Yetnikoff zei destijds tegen Cohen: ‘We know you’re great, but we don’t know if you’re any good.’ Hij zag geen er heil in het album in de VS uit te brengen. Het verscheen wel in Europa en later toch nog op een klein label in de VS. Cohen was aangedaan uiteraard, maar wist dat hij met HallelujahDance Me To The End Of Love en If It Be Your Will, die op hetzelfde album staan, goede nummers had geschreven.

Aan Hallelujah had hij zo’n zeven jaar gewerkt en meer dan 150 verzen geschreven. Zijn geliefde in die periode, de Franse fotografe Dominique Isserman, vertelt in de documentaire dat hij iedere dag in de ochtend aan het nummer werkte. Voor hem was Hallelujah meer dan zo maar een nummer. Cohen leefde mét woorden, of beter ín woorden. Hij verklaart dat zelf door te verwijzen naar zijn joodse opvoeding. Zijn grootvader kende de Thora uit zijn hoofd.

Hallelujah is voor hem een heilig woord en in de song wilde hij dat woord, dat deel van zijn leven, verbinden met het meer profane deel. Eigenlijk is het een vintage Cohen-song, waarin hij uitersten met elkaar tracht te verenigen. Zijn derde album heet niet voor niets Songs Of Love And Hate. Bij de Canadese dichter, zanger en ladies man zijn godsdienstige motieven minstens zo zwaarwegend als de seksueel getinte. Hij was – Cohen overleed in 2016 – op een voortdurende zoektocht naar de balans tussen het heilige en het gestuntel. Hij zocht de oplossing in spiritualiteit en twijfel, heel veel twijfel. Daarom kon hij ook jarenlang schaven aan een tekst.
 
Bob Dylan was een van de eersten die de kracht van Hallelujah herkende. Op het terrein van godsdienst troffen ze elkaar op gezamenlijk grond en ze schatten elkaar hoog als songwriters. Dylan coverde het nummer geregeld in zijn liveshows. De twee spraken elkaar, maar waarschijnlijk kwam het nummer Dylan ter ore via de Engelse uitgave van Various Positions. Want platenbobo Yetnikoff mocht het nummer dan hebben willen aborteren, het liedje overleefde. En het spreekwoord luidt: What doesn’t kill you, makes you stronger.

De documentaire volgt aan de hand van interviews met onder meer Isserman, Judy Collins en journalist Larry ‘Ratso’ Sloman de glorieuze opmars van het liedje. John Cale nam het op voor de Cohen-tribute I Am Your Fan, zij het met een wat andere tekst. Hij was te weten gekomen dat Cohen veel meer verzen had geschreven en koos voor een paar die minder godsdienstig beladen waren. Vervolgens zette Jeff Buckley die versie op zijn succesalbum Grace en maakte Rufus Wainwright een versie die belandde op de soundtrack van Shrek. Momenteel is er vrijwel geen talentenjacht waar Hallelujah niet te berde wordt gebracht en is het te horen op de ontstemde piano’s in treinstations. Opmars voltooid zou je denken, platenbaas afgeschminkt.

Tegelijkertijd is het ook een teloorgang. Want wat het nummer aan populariteit heeft gewonnen, heeft het verloren aan diepgang en spiritualiteit. Gevraagd naar zijn ideeën over het succes van Hallelujah zegt Cohen in de documentaire dat hij daar uiteraard blij mee is, maar dat het naar zijn mening wel wat minder vaak gezongen mag worden. Hij zegt het met zijn kenmerkende charmante kwinkslag, maar je ziet dat hij het meent.
 
De documentaire opent trouwens met beelden van het laatste liveoptreden dat Cohen gaf in 2013. Ik zag hem tijdens die tour in het Olympisch Stadion in Amsterdam. Ik weet nog dat ik twijfelde of ik daar wel heen moest gaan. Ik volgde hem al vanaf zijn eerste albums die uitkwamen toen ik op de middelbare school zat, maar ik wist dat hij moest optreden omdat hij berooid was. Zijn manager had hem van zijn geld beroofd terwijl hij zich jarenlang had teruggetrokken in een zencentrum om te mediteren. Het leek me niet de juiste motivatie, maar het was een van de mooiste concerten die ik heb gezien. Hij was misschien wel op zijn hoogtepunt als uitvoerend artiest. Het was bekend dat hij zich niet altijd even senang voelde op het podium. Tijdens zijn eerste optreden met ontdekker Judy Collins verliet hij uit pure wanhoop het podium. “Maar de noodzaak om geld te verdienen viel perfect samen met de noodzaak weer naar buiten te treden na mijn tijd in contemplatie”, stelt hij in de documentaire. De zoektocht naar de balans in zijn leven was niet voltooid, maar hij zocht gewoon wat minder. Dat gaf rust.

De documentaire duurt misschien net iets te lang, dat is het enige minpuntje. Veel beelden waren niet eerder te zien – ze komen uit de archieven van de Cohen Trust – en mijn god wat verlangde ik weer naar zijn muziek te luisteren en zijn stem te horen na het zien van die beelden.
 
Hallelujah: Leonard Cohen, A Journey, A Song is vanavond te zien op NPO2, 22,35 uur.